Instellingen
68
Identificatie verzenden > Ja — om in te stellen dat uw telefoonnummer
wordt weergegeven voor degene naar wie u belt (netwerkdienst).
Selecteer Netwerkinstelling als u de instelling wilt gebruiken die u bent
overeengekomen met uw netwerkoperator.
■ Telefoon
Selecteer Menu > Instellingen > Telefoon en maak een keuze uit de
volgende opties:
Taalinstellingen > Taal display om de weergavetaal voor de telefoon in
te stellen. Als u Automatisch selecteert, wordt automatisch de taal
geselecteerd op basis van de informatie op de SIM-kaart.
• Als u de taal van de USIM-kaart wilt gebruiken, selecteert u
SIM-taal.
• Als u de taal voor de spraakgestuurde nummerkeuze wilt instellen,
selecteert u Taal voor spraakherkenning. Zie “Spraakgestuurde
nummerkeuze” op pagina 25 en Spraakopdrachten in “Mijn
snelkoppelingen” op pagina 59.
Geheugenstatus om de hoeveelheid gebruikt en vrij geheugen weer te
geven voor elke functie in de lijst.
Toetsenblokkering om in te stellen dat de beveiligingscode moet worden
gevraagd wanneer u de toetsen vrijgeeft. Voer de beveiligingscode in
selecteer Aan. Wanneer de toetsenvergrendeling is ingeschakeld, kunt u
soms nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Automatische toetsenblokkering om in te stellen dat de toetsen
automatisch moeten worden geblokkeerd. Selecteer Aan en kies de
timeout voor het activeren van de toetsenblokkering, of kies Uit om de
automatische toetsenblokkering uit te schakelen.
Offlineverzoek om in te stellen dat moet worden gevraagd of de
Vluchtmodus moet worden gebruikt wanneer de telefoon wordt
ingeschakeld. In de Vluchtmodus worden alle radioverbindingen
uitgeschakeld. De Vluchtmodus moet worden gebruikt in omgevingen
die gevoelig zijn voor radio-emissies.
Welkomsttekst om de welkomsttekst in te voeren die u kort wilt laten
weergeven wanneer de telefoon wordt ingeschakeld.