140Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
■ Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het
functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden.
Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het
apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt. Schakel het
apparaat uit in instellingen voor gezondheidszorg wanneer dat voorgeschreven wordt door
ter plaatse aangegeven instructies. Ziekenhuizen en andere instellingen voor
gezondheidszorg kunnen gebruik maken van apparatuur die gevoelig is voor externe
RF-energie.
Pacemakers
Fabrikanten van pacemakers adviseren dat er minimaal 15,3 cm afstand moet worden
gehouden tussen een draadloze telefoon en een pacemaker om mogelijke storing van de
pacemaker te voorkomen. Deze aanbevelingen komen overeen met het onafhankelijke
onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Mensen met een
pacemaker moeten:
• het apparaat op meer dan 15,3 cm afstand (6 inch) van hun pacemaker houden als het
apparaat is ingeschakeld;
• het apparaat niet in een borstzak dragen; en
• het apparaat bij het oor houden aan de andere zijde van het lichaam dan de zijde waar
de pacemaker zich bevindt, om de kans op storingen te minimaliseren.
Als u enige reden hebt om te vermoeden dat er storing optreedt, moet u het apparaat
onmiddellijk uitschakelen.
Gehoorapparaten
Sommige digitale draadloze apparaten kunnen storingen in bepaalde gehoorapparaten
veroorzaken. Neem contact op met uw netwerkoperator als u last hebt van dergelijke
storingen.