14Copyright © 2006 Nokia. All rights reserved.
■ Toegangscodes
Beveiligingscode
De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard
ingesteld op 12345. U kunt de code wijzigen en de telefoon instellen op het vragen naar de code. Zie
Beveiliging op pagina 79.
PIN-codes
De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) en de UPIN-code (Universeel Persoonlijk IdentificatieNummer)
van 4 tot 8 cijfers beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie Beveiliging op pagina 79.
Voor bepaalde functies hebt u de PIN2-code van 4 tot 8 cijfers nodig die bij sommige SIM-kaarten wordt
geleverd.
De module-PIN is vereist voor toegang tot informatie in de beveiligingsmodule. Zie Beveiligingsmodule op
pagina 116.
De ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale handtekening. Zie Digitale handtekening op pagina 117.
PUK-codes
De PUK-code (Personal Unblocking Key) en de UPUK-code (Universal Personal Unblocking Key) van 8 cijfers zijn
nodig om respectievelijk een geblokkeerde PIN-code of UPIN-code te wijzigen. De PUK2-code, die uit 8 cijfers
bestaat, is nodig om een geblokkeerde PIN2-code te wijzigen. Als de codes niet bij de SIM-kaart zijn geleverd,
neemt u contact op met uw serviceprovider om de codes op te vragen.
Blokkeerwachtwoord
Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig wanneer u de Oproepen blokkeren gebruikt. Zie Beveiliging op
pagina 79.