Voor uw veiligheid
8
■ Netwerkdiensten
Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder
van draadloze diensten. Veel van de functies van dit apparaat zijn afhankelijk van
de functies die beschikbaar zijn in het draadloze netwerk. Deze netwerkdiensten
zijn mogelijk niet in alle netwerken beschikbaar. Het kan ook zijn dat u specifieke
regelingen moet treffen met uw serviceprovider voordat u de netwerkdiensten
kunt gebruiken. Mogelijk krijgt u van uw serviceprovider extra instructies voor
het gebruik van de diensten en informatie over de bijbehorende kosten. Bij
sommige netwerken gelden beperkingen die het gebruik van netwerkdiensten
negatief kunnen beïnvloeden. Zo bieden sommige netwerken geen ondersteuning
voor bepaalde taalafhankelijke tekens en diensten.
Het kan zijn dat uw serviceprovider verzocht heeft om bepaalde functies uit te
schakelen of niet te activeren in uw apparaat. In dat geval worden deze functies
niet in het menu van uw apparaat weergegeven. Uw apparaat kan ook speciaal
geconfigureerd zijn. Deze configuratie kan menunamen, de menuvolgorde en
symbolen betreffen. Neem voor meer informatie contact op met uw
serviceprovider.
Dit apparaat ondersteunt WAP 2.0-protocollen (HTTP en SSL) die werken met
TCP/IP-protocollen. Voor de technologie van sommige functies van deze telefoon,
zoals MMS (Multimedia Messaging Service), browsen, e-mailen, chatten,
synchroniseren op afstand en het downloaden van content via een browser of
MMS, is netwerkondersteuning nodig.
■ Gedeeld geheugen
De volgende functies in dit apparaat maken mogelijk gebruik van gedeeld
geheugen: de Galerij, contacten, SMS-, MMS- en chatberichten, e-mail, agenda,
takenlijstnotities en Java
TM
-spelletjes en -toepassingen. Door het gebruik van een
of meer van deze functies is er mogelijk minder geheugen beschikbaar voor de
overige functies die geheugen delen. Als u bijvoorbeeld veel Java
-toepassingen
opslaat, kan al het beschikbare geheugen worden gebruikt. Het is mogelijk dat op
uw apparaat een bericht wordt weergeven dat het geheugen vol is, wanneer u
een functie probeert te gebruiken die gedeeld geheugen gebruikt. Verwijder in dit
geval voordat u doorgaat een gedeelte van de informatie of registraties die in het
gedeelde geheugen zijn opgeslagen. Aan sommige functies, zoals tekstberichten,
is mogelijk afzonderlijk een bepaalde hoeveelheid geheugen toegewezen naast
het geheugen dat met andere functies wordt gedeeld.