Tekst invoeren
30
U kunt een speciaal teken toevoegen door * ingedrukt te houden of
Opties > Symbool invoegen te selecteren. Ga naar een teken en
selecteer Gebruik.
Als u een samengesteld woord wilt invoeren, voert u het eerste
gedeelte van het woord in en bevestigt u dit door op de
rechterbladertoets te drukken. Voer het tweede gedeelte van het
woord in en bevestig het woord.
Druk op 1 om een punt in te voeren.
2. Wanneer u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de
invoer door op 0 te drukken om een spatie in te voegen.
Als het woord niet juist is, drukt u herhaaldelijk op *. Wanneer het
gewenste woord wordt weergegeven, selecteert u dit.
Als er een vraagteken (?) achter het woord wordt weergegeven,
bevindt het woord dat u wilt invoeren zich niet in het woordenboek.
Als u het woord aan het woordenboek wilt toevoegen, selecteert u
Spellen. Maak het woord af via de methode voor normale tekstinvoer
en selecteer Opslaan.
■ Normale tekstinvoer
Als u normale tekstinvoer wilt inschakelen, selecteert u Opties >
Voorspellingsinst. > Voorspelling > Uit.
Druk herhaaldelijk op een cijfertoets (1 t/m 9) totdat het gewenste
teken wordt weergegeven. Op de toetsen staan niet alle tekens
afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn. De beschikbare tekens
zijn afhankelijk van de taal die is geselecteerd voor het invoeren van
tekst.
Als de volgende letter die u wilt invoeren zich onder dezelfde toets
bevindt als de huidige letter, wacht u tot de cursor verschijnt.
De meest gebruikte leestekens en andere speciale tekens zijn
beschikbaar onder toets 1. Druk op * voor meer tekens.