Naslaginformatie
93©2000 Nokia Mobile Phones. All rights reserved.
15. Naslaginformatie
Batterijen en laders gebruiken
Zie De batterij opladen op pagina 14 voor informatie over het opla-
den en ontladen van de batterij.
• Gebruik alleen batterijen die zijn goedgekeurd door de fabrikant van de
telefoon en laad de batterijen alleen op met de laadapparaten die zijn
goedgekeurd door de fabrikant.
• De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat
de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen.
• De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen maar na
verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gebruiksduur (gespreks-
tijd en standby-tijd) aanzienlijk korter is dan normaal, is het beter een
nieuwe batterij te kopen.
• Als u een laadapparaat niet gebruikt, moet u de stekker uit het stopcon-
tact halen. Laat de batterij nooit langer dan een week in een laadappa-
raat zitten omdat de gebruiksduur van de batterij kan afnemen wanneer
deze wordt overladen. Als een volledig opgeladen batterij niet wordt ge-
bruikt, wordt deze na verloop van tijd automatisch ontladen.
• NiMH-batterijen gaan langer mee en geven betere resultaten als u ze re-
gelmatig volledig ontlaadt door de telefoon aan te laten staan totdat
deze zichzelf uitschakelt (of door de batterijontlader van een goedge-
keurde accessoire te gebruiken). Probeer de batterij nooit op andere ma-
nieren te ontladen.
• Extreme temperaturen zijn van invloed op de oplaadcapaciteit van de
batterij: laat de batterij eerst afkoelen of warmer worden.
• Wanneer de batterij bijna leeg is en nog slechts een paar minuten ge-
sprekstijd resteren, klinkt een waarschuwingssignaal en wordt de tekst
Batterij bijna leeg kort weergegeven. Wanneer geen ge-
sprekstijd meer resteert, wordt de tekst
Batterij leeg weergege-
ven, klinkt een waarschuwingssignaal en wordt de telefoon automatisch
uitgeschakeld.
• Gebruik de batterij alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is.
• Gebruik nooit een beschadigde of versleten oplader of batterij.