Menufuncties
94
Copyright
© 2004 Nokia. All rights reserved.
•Als u POP3 hebt geselecteerd als servertype, worden de opties Inkomende
(POP3) server, POP3-gebruikersnaam en POP3-wachtwoord weergegeven.
Als u IMAP4 hebt geselecteerd als servertype, worden de opties Inkomende
(IMAP4) server, IMAP4-gebruikersnaam en IMAP4-wachtwoord weergegeven.
Toets het adres in van de e-mailserver voor inkomende e-mail en toets
vervolgens de gebruikersnaam en het wachtwoord in voor de toegang tot
de mailbox. Als u geen SMTP-gebruikersnaam of SMTP-wachtwoord hebt
gedefinieerd, gebruikt de e-mailserver de POP3/IMAP4-gebruikersnaam
en het bijbehorende wachtwoord.
• Overige instellingen en selecteer:
• Ondertekening bijvoegen. U kunt een handtekening opgeven die
automatisch aan het eind van elke e-mail die u schrijft wordt
toegevoegd.
• SMTP-verificatie gebruiken. Als uw e-mailprovider verificatie eist
voor het verzenden van e-mailberichten, selecteert u Ja. In dat geval
moet u ook uw SMTP-gebruikersnaam en SMTP-wachtwoord
definiëren.
• SMTP-gebruikersnaam. Toets de gebruikersnaam voor uitgaande e-mail
in die u van de e-mailprovider hebt ontvangen.
• SMTP-wachtwoord. Toets het wachtwoord voor uitgaande e-mail in.
• Uitgaande (SMTP) poort. Toets het nummer van de serverpoort voor
uitgaande e-mail in. De meest gebruikte standaardwaarde is 25.