13Copyright © 2005 Nokia. All rights reserved.
overige functies die van het gedeelde geheugen gebruikmaken. Dat is met name
het geval wanneer een van de functies intensief wordt gebruikt, hoewel sommige
functies speciaal een bepaalde hoeveelheid geheugen krijgen toegewezen boven
op de hoeveelheid geheugen die gedeeld wordt met andere functies. Als u
bijvoorbeeld veel multimediaberichten opslaat, kan dit al het geheugen in de
telefoon in beslag nemen en wordt een bericht weergegeven dat het geheugen vol
is. In dat geval verwijdert u een aantal items uit het gedeelde geheugen voordat u
verdergaat.
Voor de bestanden in de Galerij is een ander geheugen beschikbaar. Zie Galerij op
pagina 95 voor meer informatie.
■ Toegangscodes
• Beveiligingscode (5 tot 10 cijfers): de beveiligingscode beveiligt de telefoon
tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt bij de telefoon geleverd. De
standaardcode is 12345.
Zie Beveiligingsinstellingen op pagina 93 voor informatie over het wijzigen van
de code en het instellen van de telefoon om de code te vragen.
• PIN–code (4 tot 8 cijfers):de PIN–code (Personal Identification Number)
beveiligt de SIM–kaart tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt mogelijk bij
de SIM–kaart geleverd. Als u de functie PIN–code vragen in het menu
Beveiligingsinstellingen activeert, wordt naar de code gevraagd telkens als de
telefoon wordt ingeschakeld.