Algemene gebruiksinstructies
11
U kunt een PTT-oproep doen naar het standaard-PTT-kanaal dat in uw
telefoon is gedefinieerd door het middelste deel van de volumetoets
ingedrukt te houden (terwijl er geen gesprek actief is) zolang als u
spreekt.
Als u een PTT-oproep ontvangt wanneer er geen gesprek actief is, piept
de hoofdtelefoon en hoort u spraak via het kanaal. U kunt binnen de tijd
die door uw netwerkoperator of serviceprovider is bepaald antwoorden
en spreken naar het kanaal waarnaar u luistert door het middelste deel
van de volumetoets ingedrukt te houden zolang als u spreekt. U kunt na
de tijd die door uw netwerkoperator of serviceprovider is bepaald
antwoorden en spreken naar het standaardkanaal door het middelste
deel van de volumetoets ingedrukt te houden zolang als u spreekt.
■ Schakelen tussen de telefoon en de
hoofdtelefoon tijdens een gesprek
U kunt tijdens een telefoon- of PTT-gesprek schakelen tussen de
hoofdtelefoon en een compatibele Nokia-telefoon door de toets voor
beantwoorden/beëindigen ingedrukt te houden of door de
desbetreffende functie van uw telefoon te gebruiken.
■ De hoofdtelefoon met verschillende telefoons
gebruiken
U kunt de hoofdtelefoon koppelen aan maximaal acht telefoons.
Verbinden is slechts mogelijk met één telefoon tegelijkertijd.
De telefoon die het eerst aan de hoofdtelefoon is gekoppeld, is de
standaardtelefoon. Als de hoofdtelefoon binnen een straal van 10 meter
van verschillende gekoppelde telefoons wordt ingeschakeld, wordt
geprobeerd verbinding te maken met de standaardtelefoon.
Als de hoofdtelefoon geen verbinding kan maken met de
standaardtelefoon, wordt verbinding gemaakt met de laatst gebruikte
telefoon. Wanneer er ook met deze telefoon geen verbinding kan
worden gemaakt, kan een van de andere zes gekoppelde telefoons met
de hoofdtelefoon worden verbonden. In de gebruikershandleiding bij de
telefoon kunt u lezen hoe u de verbinding tot stand kunt brengen.