Installatie
21
1. Ga als volgt te werk om de ISO-kabel aan te sluiten op de autoradio:
• Koppel de juiste kabels los van de autoradio en steek in plaats
daarvan de stekker van de ISO-kabel erin. Sluit de andere
uiteinden van de kabel aan op de luidsprekers van de autoradio.
• Sluit een van de draden met de naam Mute 1, Mute 2 of Mute 3
van de autoradio aan op de ISO-kabel. Laat de overige bedrading
voor dempen ongemoeid.
• Steek de stekker van de stroomdraad van de ISO-kabel in de
desbetreffende connector op de handsfree eenheid.
• Controleer de stroompin voor +12 V en de contactpin van de
autoradio en de desbetreffende pinnen van de ISO-kabel. Wissel
de pinnen op de zekeringen van de ISO-kabel zo nodig om.
Sluit de ISO-kabel aan op de twee open ISO-connectors.
2. Sluit de ISO-kabel aan op de desbetreffende connector op de
handsfree eenheid.
Nadat u de ISO-kabel hebt aangesloten, sluit u het externe
invoerapparaat CU-11 en de microfoon MP-2 aan op de desbetreffende
connectors op de handsfree eenheid.
Voor het opladen van een compatibele mobiele telefoon van Nokia via
de carkit sluit u één uiteinde van de meegeleverde oplaadkabel CA-134
aan op de handsfree eenheid en het andere uiteinde op de
oplaadconnector van 2,0 mm van de mobiele telefoon.
De versterker van de carkit gebruiken voor oproepen en de
versterker van de autoradio voor muziek
In deze instelling wordt het volume van de autoradio gedempt wanneer
u belt of gebeld wordt.
De versterker en de equalizer van de autoradio worden gebruikt voor de
muziek die wordt afgespeeld op een verbonden apparaat dat het A2DP-
profiel ondersteunt. De ingebouwde versterker van de carkit wordt
gebruikt voor oproepen.
Muziek die wordt afgespeeld op A2DP-apparaten en Nokia Maps-
navigatie-instructies die op bepaalde Nokia-apparaatmodellen worden
afgespeeld, worden naar de AUX-ingang van de autoradio gestuurd.