36Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Selecteer Menu > Instellingen > Bluetooth en selecteer een van de volgende
opties:
• Bluetooth om Bluetooth in of uit te schakelen.
Bluetooth is automatisch actief als u het apparaat inschakelt. Zelfs als u
Bluetooth uitschakelt, wordt de functie automatisch ingeschakeld om
afbeeldingen of visitekaartjes over te brengen. Als u een verbinding tussen een
extern apparaat en de hoofdtelefoon tot stand wilt brengen, moet Bluetooth
actief zijn.
• Bluetooth-apparaten zoeken om te zoeken naar compatibele apparaten en
daarmee verbinding te maken. In het display van de hoofdtelefoon worden de
gevonden apparaten weergegeven. Wanneer het gewenste apparaat wordt
weergegeven, drukt u op Stop en selecteert u het apparaat.
Als het apparaat nog niet eerder op de hoofdtelefoon werd afgestemd en een
toegangscode vereist is, vraagt de hoofdtelefoon naar de toegangscode. Voer
de toegangscode voor het apparaat in om de verbinding te activeren. Zie
Bluetooth-toegangscode op pagina 7 voor informatie over het intoetsen van
cijfers.
• Actief apparaat om informatie weer te geven over het apparaat waarop de
hoofdtelefoon momenteel is aangesloten. Selecteer Opties > Verbreek verb.
om de verbinding te verbreken.
• Gekoppelde apparaten om een lijst weer te geven met de apparaten die op de
hoofdtelefoon zijn afgestemd. U kunt op maximaal tien apparaten tegelijk zijn
afgestemd.