2
•
De 8500 moet de polsfrequentie goed kunnen meten om het SpO
2
-gehalte
nauwkeurig te kunnen bepalen. Overtuig u ervan dat de meting van de
hartfrequentie door niets wordt gehinderd voordat u de gemeten SpO
2
-
waarden gebruikt.
•
De 8500 werkt wellicht niet bij alle patiënten. Als u niet in staat bent
betrouwbare, stabiele gegevens te verkrijgen, dient u gebruik te staken.
• De 8500 kan beweging ten onrechte interpreteren als goede pulskwaliteit.
Beperk beweging van de patiënt zo veel mogelijk.
• De 8500 is bestemd om het percentage van slagaderlijke zuurstofverzadiging
van functionele hemoglobine te bepalen. Een grote hoeveelheid
disfunctionele hemoglobine kan de nauwkeurigheid van de meting
beïnvloeden.
•
Cardiogroen en andere intravasculaire kleurstoffen kunnen afhankelijk van de
concentratie de nauwkeurigheid van de SpO
2
-meting beïnvloeden.
•
De Ear Clip- en Reflectance-sensoren voor pulsoxymeters worden afgeraden
voor gebruik bij kinderen en pasgeborenen. De nauwkeurigheid van deze
sensoren bij kinderen en pasgeborenen is niet gedocumenteerd.
•
De 8500 en de NONIN-sensoren niet onderdompelen in vloeistof.
• Geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen gebruiken op de 8500 of de
sensoren.
•
De 8500 mag alleen door daartoe opgeleid NONIN-personeel gerepareerd
worden.
• Geen batterijen van verschillende types of geheel geladen en gedeeltelijk
ontladen batterijen gelijktijdig gebruiken; dat kan resulteren in batterijlekkage.
• Het enige deksel dat voor het vervangen van de batterijen mag worden
verwijderd, is het batterijdeksel.
•
Volg de plaatselijke regelgeving en voorschriften voor recycling en voor het
wegwerpen of recycleren van het apparaat en de onderdelen van het apparaat,
waaronder de batterijen. De batterijen kunnen lekken of exploderen als ze op
onjuiste wijze worden gebruikt of weggeworpen.
•
Verwijder de batterijen om het gevaar van lekkage te vermijden als u de 8500
langer dan een maand wegbergt.
• Deze apparatuur voldoet aan de internationale norm EN 60601-1-2:1993
voor elektromagnetische compatibiliteit van medische elektrische apparatuur
en/of systemen. Deze norm wordt geacht een redelijke mate van
bescherming te bieden tegen schadelijke storing in een typische medische
installatie. Vanwege de grote hoeveelheid apparatuur met hoogfrequente
stroom en andere storingsbronnen in medische en andere omgevingen (zoals
mobiele telefoons, elektrische apparatuur) kan een verhoogd niveau van dit
soort storing, als gevolg van de nabijheid of de sterkte van de bron, de
werking van dit apparaat storen.