18
6.1 De generator produceert niet voldoende of geen stoom
Vaak wordt de oorzaak van een storing alleen bij de stoomgenerator gezocht. De storing kan echter ook worden veroor-
zaakt door een fout in de installatie.
Voor het opsporen van een fout is kennis van installatietechniek een absolute vereiste (stoombad-, regeltechniek etc.).
Houdt u dan ook altijd aan onderstaande volgorde:
• observeren
• overleggen
• handelen.
Storingen kunnen de volgende oorzaken hebben:
• Het gaat om de normale opstartfase bij een nieuwe stoomcilinder.
• De temperatuuropnemer vraagt niet om bevochtiging.
• Een beveiliging blokkeert de start.
• De stuurstroomzekering (F1) of (F2) is doorgeslagen.
• De hoofdstroom is onderbroken of de elektrodestekkers zijn niet aangesloten.
• Er bevindt zich geen water in de stoomcilinder, omdat de watertoevoer is onderbroken (de afsluiter is gesloten enz.).
• Het filter of de nozzle in de inlaatklep is verstopt of beschadigd.
• De cilinder is verbruikt.
• Er is een generator met te kleine capaciteit gekozen.
• De transformator is defect of niet goed aangesloten.
• De magneetschakelaar is defect.
• De stoomslang is afgeklemd of verstopt.
• De temperatuuropnemer is defect.
7. Onderdelenlijst
Een gedetailleerd overzicht van alle onderdelen met artikelnummers is op aanvraag verkrijgbaar.
8. Opties/accessoires
Alle opties kunnen in de fabriek worden ingebouwd, maar zijn ook als accessoire leverbaar.
Bediening op afstand
Het display en het bedieningspaneel (in een aparte omhuizing) kunnen met gebruik van een vieraderige kabel op een
afstand van maximaal 1200 meter van de generator worden geplaatst.
Er zijn versies voor inbouw of opbouw verkrijgbaar.
Temperatuuropnemer:
NTC-temperatuuropnemer met veiligheidsbuis en 1,65 meter kabel.
Stoomnozzle
Stoomslangbocht:
Voor de stoomuittrede op de generator.
6. Oplossen van storingen