Regelmatig en preventief onderhoud zal de goede werking van de bevochtiger bevorderen.
Alle werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd door vakkundig personeel. Hiervoor is de klant zelf
verantwoordelijk.
Voordat met het werk wordt begonnen, moet de spanning (hoofdstroom en stuurstroom) d.m.v. de
hoofdschakelaar of de zekeringen worden uitgeschakeld!
7.1 Regelmatig onderhoud
• Controleren en reinigen van de stoomcilinder.
Als er lichte kalkvorming in de cilinder is, verwijder dan de afvoerzeef en spoel deze krachtig door met leidingwater
(geen chemische reinigingsmiddelen gebruiken).
Als de elektroden zijn verbruikt, dan is het tijd de stoomcilinder te vervangen.
• Controleren van de stoomslang, condensaatslang, watertoevoer- en afvoerslang.
Controleer of de installatie nog correct is, of de slangklemmen vast zijn aangedraaid en of het materiaal nog in
goede conditie is.
• Controleren en reinigen van het inlaat- en uitlaatventiel.
Als het ventiel versleten is, of als er kalkaanslag is, dient het ventiel vervangen te worden.
• Afvoerbeker controleren en indien nodig reinigen of vervangen.
7.2 Verhelpen van storingen
De bevochtiger produceert onvoldoende of geen stoom. Dit kan de volgende oorzaken hebben:
• Er is geen stoomvraag van de bevochtigingsregelaar.
• Er is geen water in de stoomcilinder omdat de watertoevoer is onderbroken.
• Het filter of de nozzle in de inlaatklep is geblokkeerd of beschadigd.
• De cilinder is verbruikt en moet worden vervangen.
• De magneetschakelaar is defect.
7.3 Vervangen van de stoom cilinder
De levensduur van een stoomcilinder is afhankelijk van de tijdsduur dat deze in werking is en van de hardheid van het
gebruikte leidingwater.
De stoomcilinder moet worden vervangen wanneer de systeemmelding «U1/cilinder service» op de LED display wordt
weergegeven (knipperend groen). Onder bepaalde omstandigheden kan de cilinder nog enige tijd in werking blijven
voordat hij wordt vervangen.
Ga als volgt te werk:
• De te vervangen stoomcilinder moet helemaal worden geledigd. Druk hiervoor op de spui-knop.
• Laat de cilinder afkoelen
• Schakel de spanning (hoofdstroom en stuurstroom) uit d.m.v. de hoofdschakelaar of de
zekeringen!
• Nadat de klemband is losgemaakt en de stoomslang en stekkers van de cilinder zijn losgekoppeld, kan de cilinder
gedemonteerd worden.
• Om de nieuwe stoomcilinder te monteren dient u bovenstaande punten in omgekeerde volgorde uit te voeren.
• Controleer de afdichting (O-ring)op de afvoeropening en vervang deze zo nodig.
• Sluit de hoofdstroomkabels aan op de elektrodepennen volgens het aangegeven kleurenschema (zie Fig. 7.1 voor
cilinders met resp. max. 3 elektroden en met 6 elektroden).
• Zie hoofdstuk 6.1 om de bevochtiger weer in bedrijf te stellen.
7 Onderhoud