6
5.3 Inbedrijfstelling
Nadat de watertoevoer en afvoer zijn aangelegd, de elektrische aansluitingen zijn gemaakt en de stoomslangen
aangesloten, moet de unit worden aangeschakeld met de zwarte bedieningsschakelaar.
De gewenste nominale waarde kan worden ingesteld (zie 5.2). Zodra de hygrostaat of regelaar om bevochtiging vraagt,
gaat de decimale punt op de display branden, de magneetschakelaar wordt geactiveerd en na korte tijd wordt water
via de inlaatklep in de stoomcilinder gevoerd en begint het volautomatische proces. Voorwaarde voor deze
automatische werking is natuurlijk een correcte montage en een open waterafsluiter in de watertoevoer.
Nadat het water in de stoomcilinder is opgewarmd begint de stoomproductie. Na afloop van de concentratiefase,
waarvan de duur afhankelijk is van de geleidbaarheid van het water, wordt de nominale stoomcapaciteit bereikt.
Wanneer het max. waterniveau is bereikt, wordt de inlaatklep voor korte tijd gesloten. Dit duurt tot de cilinder de
nominale hoeveelheid heeft bereikt. Dit kan worden gecontroleerd door 2x op toets T1 te drukken (zie 5.2).
5.4 Onderhoud- en systeemmeldingen
De elektronisch regeling met microprocessor bewaakt de werking van de MinAir continu. Alle afwijkingen van de
bedrijfscondities (U codes) worden weergegeven op de display.
Code U1 Onderhoudssignaal
De stoomcilinder kan de vereiste stoomcapaciteit niet meer leveren en moet dus worden gereinigd of vervangen (zie
hoofdstuk 6.3). Code ‘’U1‘’ is slechts een signaal dat er onderhoud nodig is. De bevochtiger wordt niet automatisch
afgeschakeld, maar blijft in bedrijf met de verminderde stoomcapaciteit. Opheffing van de melding geschiedt door de
reset procedure.
Code U2 Melding overstroom
Bij een te hoge stroomopname (140% van de nominale stroom) tijdens normaal bedrijf schakelt de bevochtiger zichzelf
om veiligheidsredenen automatisch uit. Nadat de fout is verholpen kan de bevochtiger weer in bedrijf worden gesteld
door op T1 te drukken.
Code U3 De bevochtiger probeert de stoomcilinder te vullen, de vereiste stoomcapaciteit wordt echter niet bereikt.
Mogelijke oorzaken zijn een onderbroken watertoevoer, een defecte magneetschakelaarrelais of inlaatklep, of overdruk
in de stoomleiding door bijv. een geknikte stoomslang. De bevochtiger schakelt zichzelf automatisch na 30 minuten uit.
Nadat de fout is verholpen kan de bevochtiger weer in bedrijf worden gesteld door op T1 te drukken (pijl omhoog).
Code U4 Microcontroller niet gecodeerd
Dit signaal wordt gegeven wanneer de elektronische regeling is vervangen door een nieuwe, die niet gecodeerd is.
De bevochtiger kan niet werken. Het signaal verdwijnt zodra de elektronische regeling is gecodeerd d.m.v. de DIP-
schakelaars.
5.5 Beveiligingen
NORDMANN bevochtigers zijn beveiligd tegen 'droogkoken': De stroom wordt vanzelf uitgeschakeld wanneer de
elektroden zich niet meer in het water bevinden.
Als de stroomopname aanzienlijk (+25%) boven de nominale waarde van de stoom-luchtbevochtiger komt, gaat de
afvoerklep automatisch open. Het waterniveau zakt en de elektroden komen minder diep in het water. De stroom-
opname gaat nu weer terug naar de nominale waarde.
Als de stroomopname na verschillende afvoeroperaties nog steeds hoger is dan 140% van de nominale stroom,
dan schakelt de bevochtiger automatisch uit en verschijnt de melding «U2» op de display.
5.6 Afstandsmelding
Via het standaard ingebouwde potentiaalvrije contact kan de algehele storingsmelding op afstand worden
weergegeven.