Gebruiksaanwijzing ID1000NG
5
2) Ga ter plaatse de situatie opnemen
3) Een ontruiming van het gebouw kan steeds handbediend geaktiveerd worden door
te drukken op de toets ONTRUIMING, en kan stilgelegd worden met een druk op
de toets STOPPEN ALARMGEVERS
4) Indien de oorzaak van het alarm niet meer aanwezig is, kan de centrale in normale
toestand geplaatst worden door de toets RESET te bedienen.
2.2 VOORALARMMELDING
2.2.1 VOORALARM: Melding op de centrale
Dit alarm treedt op wanneer een of meer analoge melders een VOORALARM heeft
verstuurd naar de centrale. (een meetwaarde die hoger is dan de normale, maar die nog niet
de alarmdrempel bereikt.)
Wanneer het systeem een vooralarm detekteert, worden de volgende handelingen auto-
matisch uitgevoerd:
1) De ingebouwde zoemer wekt om de 2 minuten een hoog geluid op
2) Knipperen van de gele led VOORALARM
3) Melding op LCD-display en printer (indien aangesloten)
2.2.2 VOORALARM: Te volgen aktie
1) Druk op de STOPPEN INTERNE ZOEMER toets.
Hierdoor zal extra informatie over het voorval weergegeven worden op het dis
play en zal de led VOORALARM stoppen met knipperen.
2) Ga ter plaatse de situatie opnemen. Indien de oorzaak van het vooralarm niet
bepaald kan worden dient onmiddellijk de technische dienst geraadpleegd
worden, daar dit een te grote vervuiling van de melder kan aanduiden.
3) Druk op de toets RESET indien de oorzaak van het vooralarm verdwenen.
2.3 STORINGSMELDING
2.3.1 STORING: Melding op de centrale
Wanneer het systeem een storing detekteert, worden de volgende handelingen automa-tisch
uitgevoerd:
1) De ingebouwde storingszoemer wekt een geluid op (een onderbroken geluid
indien het gaat om een storing van de voedingsspanning).