Montagevoorschiften type iso 9/20 trekveer,
gedemonteerde uitvoering
De fabrieksgarantie vervalt bij het niet opvolgen van de mon-
tagevoorschriften.
– Montage uitsluitend door gekwalificeerde monteurs –
Vóór montage de voorschriften goed lezen
Leveringsomvang:
Sectiepakket, kozijnpakket, lateipakket.
Voor het inbouwen hebt u nodig:
• gereedschap (vóór montage in de garage leggen indien er
geen andere toegang is): duimstok/rolmaat, waterpas,
waterpomptang, ratel met verlengstuk en steeksleutels 7, 10
en 13 (evt. ook platte open sleutel of steeksleutel) vanaf sleu-
telwijdte 13 voor het spannen van de veren (zie punt 29),
kruiskopschroevendraaiers maat 2 en 3, sleufschroeven-
draaier, klopboormachine met boor Ø 10 mm (boordiepte min.
65 mm), minstens twee lijmtangen, evt. wiggen, hamer, beitel
enz.
• Bevestigingsmateriaal overeenkomstig de bouwkundige situ-
atie. Attentie: De deugdelijkheid van de meegeleverde
houtschroeven
J
S2 en de pluggen
J
D1 moet met betrek-
king tot de bouwkundige situatie worden gecontroleerd.
Belangrijk:
• De deurmontage kan alleen plaatsvinden in de afgewerkte
deuropening en op een afgewerkte vloer!
• Vergelijk zekerheidshalve voor de montage de garagematen
met de voorgeschreven maten.
– minimale binnenmaat garage
= bestelmaatbreedte + 200 mm
– minimale hoogte garageplafond
= bestelmaathoogte + 120 mm (ook met deuraandrijving
voldoende)
– minimale aanslagbreedte rechts en links = 55 mm
• Alle montage-aanwijzingen met rechts/links moeten van-
uit de garage naar buiten kijkend worden geïnterpreteerd!
Alle maatvoeringen in millimeters. Technische wijzigingen
voorbehouden. Letters / cijfercombinaties met een grijze
achtergrond, bijv.
J
S1, verwijzen naar het overeenkom-
stige bevestigingsmateriaal op de tekening. Cijfers met
een grijze achtergrond als
J
2 verwijzen naar de overeen-
komstige onderdelen op de explosietekening (L resp. R in
subschrift
J
1
L
: onderdelen voor de linker- of rechterkant;
R/L niet in subschrift: rechts en links toepasbaar; alle
markeringen altijd in acht nemen).
Montage deurkozijn
1 Kozijnhoeken
J
1
R
+
J
1
L
tegen beschadiging op een houten
ondergrond leggen en hoekstuk
J
1
R
+ kozijndeel
J
2 + hoek-
stuk
J
1
L
+ looprailverbinding
J
3 aan elkaar schroeven (tap-
schroeven zijn al voorgemonteerd)
2 Muurankers
J
4 rechts en links, afhankelijk van de aanslag-
breedte, met
J
S1 +
J
M1 losjes aan het hoekkozijn
J
1
R/L
vast-
schroeven.
2a Aanslagbreedte 55–120 mm: muurankers
J
4 naar bin-
nen plaatsen.
2b Aanslagbreedte groter dan 120 mm: muurankers
J
4
zijwaarts plaatsen.
Bij toepassing van andere bevestiging moet u er zeker
van zijn dat deze een minstens zo grote draagkracht
hebben als de meegeleverde muurankers
J
4.
3 Deurkozijn achter de opening plaatsen en voor omvallen
behoeden, met de waterpas precies parallel en haaks uitlij-
nen (haakse opstelling door nameten van beide diagonale
afstanden controleren en tevens de horizontale plaatsing
van kozijndeel
J
2 controleren). Blendenhouder
J
7 midden in
de bovendorpel klemmen. Vervolgens definitief bevestigen
met
J
S2 +
J
D1 evenals
J
S1 +
J
M1 Attentie: Hierbij de ko-
zijnhoeken
J
1
R/L
niet verdraaien resp. verbuigen; evt.
moeten deze voor het vastschroeven worden onder-
steund!!!
4 Looprailverbinding
J
3 compleet met tapschroeven verwijde-
ren.
5 De horizontale rechter
J
5
R
resp. linker
J
5
L
looprail met eind-
hoekstukken
J
6
R/L
+ veerschachtprofiel
J
8 + eindprofiel
J
11
R/L
+ veerschacht
J
12 + keerschijf
J
13 aan elkaar be-
vestigen (
J
S1 +
J
M1) en bevestigingsstrip
J
9 aanbrengen
●●
5a –
●●
5f .
6 Horizontale looprails
J
5
R/L
met de bevestigingshoek zoda-
nig aan het eindprofiel
J
11
R/L
bevestigen dat het omhoog-
klappen later mogelijk blijft. Hiertoe:
• Aanslagbreedte 55–120 mm:
J
S3 los-vast met
J
M1 ver-
binden.
J
S3 door de rechthoekige uitsparing in het eind-
profiel
J
11
R/L
in de bevestigingshoek steken, 90° draaien
zodat het vierkant in de uitsparing van het kozijnhoek-
stuk
J
1
R/L
valt.
J
M1 met de hand vastzetten.
• Aanslagbreedte groter dan 120 mm:
J
S4 door de recht-
hoekige uitsparing in het eindprofiel
J
11
R/L
en in de be-
vestigingshoek steken en
J
M1 met de hand vastzetten.
7 Montage bevestigingssteunen
J
14
7a Bij een afstand van de zijdelingse muren tot de hori-
zontale looprails
J
5
R/L
minder dan 500 mm (inwendige
garagebreedte max.bestelmaatbreedte + 1030 mm bi
inbouw van de deur in het midden), links en rechts een
bevestigingssteun
J
14 in de looprailverbinding
J
3
schuiven en met klemplaat
J
15 en
J
S1 +
J
M1 zodanig
vastzetten dat deze uittrekbaar blijft.
7b Als de afstand tot de muur groter is dan 500 mm
wordt de looprailverbinding
J
3 later aan het plafond
bevestigd. (zie punt 15)
8 De looprailverbinding
J
3 met twee
J
S1 +
J
M1 aan de eind-
verbindingshoeken
J
6
R/L
vastschroeven.
9 In de rechthoekige uitsparing van het hoekkozijn
J
1
R/L
een
montagehulpstuk
J
16 plaatsen.
NL
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding is tijdens de gebruiksduur van de deur veilig en algemeen toegankelijk te bewaren!
-16-