Schuif de koppeling (7) in het midden over de
stootkant.
Bevestiging looprail/aandrijfkop
Plaats de looprail (als op de afbeelding
weergegeven) met het kettingritsel (2) op de
aandrijfas (1a) en schroef de looprail vast met
de plaatschroeven 8 x 16.
Montage van de deurconsole
De meegeleverde deurconsole is geschikt
voor alle overhead- en sectiedeuren van het
type iso20.
Plaats de deurconsole (11) in het midden op
de bovenkant van het deurblad.
Montageboringen aftekenen en met een
metaalboor 4 mm voorboren (max. boordiepte
10 mm) c.q. voorhanden boringen gebruiken.
Console met de meegeleverde
plaatschroeven 6,3 x 16 (4 à 6 stuks-
overheaddeur, 6 stuks - iso 20)
vastschroeven.
Bij andere sectiedeuren dient de,
telescoopconsole (17) te worden gebruikt
(toebehoren).
Montage van de muurbevestiging
De afstand x moet groter zijn dan 20 mm zodat
de deur vrij onder de looprail door kan lopen.
Kies de afstand x dusdanig dat de hoek van de
schuifstang niet groter wordt dan 45° (zie
afbeelding 11).
Het hoogste punt a van de loopbaan van de
deur dat bij de voorbereiding van de montage
is berekend, wordt plus afstand x
overgedragen op de latei.
Muurbevestiging (10) in de totale hoogte (a +
x) verticaal boven het deurconsole houden en
de montageboringen aftekenen. Met 10 mm
steenboor gaten voor pluggen boren en
muurbevestiging vastschroeven.
Bevestiging van de looprail aan het
plafond
Monteer het middenstuk (13) aan de looprail
(8) voor de koppeling (7).
Plafondbevestiging
Plaats de gemonteerde aandrijving in de
richting van de deur en schroef hem vast met
de muurbevestiging (10). Aandrijving omhoog
tillen, beveiligen en dusdanig richten dat de
looprail horizontaal en evenwijdig tussen de
deurlooprails doorloopt.
Lengte van de plafondbevestiging voor de
aandrijfkop en middenstuk berekenen,
eventueel met een zaag inkorten en
vastschroeven.
Let op: Bescherm rail en aandrijfkop voor de
boorwerkzaamheden tegen boorstof.
Bevestigingspunten aan het plafond
aftekenen, 10 mm gaten voor pluggen boren
en plafondbevestigingen vastschroeven.
Doorhangende tandriemen c.q. ketting
eventueel lichtjes naspannen. Eventueel
moeten de plafondbevestigingen worden
aangepast.
V erbinding deurconsole - loopwagen
Duwstang (12) tussen de loopwagen (4) en de
console (11) plaatsen en aan weerszijden met
bouten verbinden. Bouten van borgklemmen
voorzien.
Voor de montage a.u.b. zorgvuldig lezen!
Met de montage mag uitsluitend
gekwalificeerd montagepersoneel worden
belast!
Een foutieve montage kan gevaar voor de
veiligheid van personen betekenen!
Door een ondeskundig doorgevoerde
montage vervalt de aansprakelijkheid van de
fabrikant.
Montagevoorbereiding
1. Voor de aansluiting op het net moet door de
opdrachtgever een aardingscontact
geïnstalleerd zijn -
de meegeleverde kabel voor de
netaansluiting heeft een lengte van 80 cm.
2. Controleer de stabiliteit van de deur.
Schroeven en moeren aan de deur
natrekken.
3. Controleer de juiste deurloop. Assen en
lagers smeren. Veervoorspankracht
controleren, eventueel laten corrigeren.
4. Bepaal het hoogste punt van de loopbaan
van de deur (zie afbeelding 6).
5. Deur sluiten en vastzetten. Vervolgens
aanwezige deurvergrendelingen buiten
werking zetten, eventueel demonteren.
6. Bij garages zonder tweede ingang is een
noodontgrendeling (toebehoren) vereist.
7. Als de garagedeur is voorzien van een
klinket, monteer dan het loopdeurcontact.
8. Gloeilamp in de aandrijving plaatsen en
met 2 schroeven 4,2 x 50 bevestigen.
Vereiste gereedschappen
- boormachine met
10 mm steenboor
4 mm met aalboor
- metaalzaag
- schroefsleutel sleutelwijdte 10, 13 en 17 mm
- sleufschroevendraaier, breedte 3 mm
- kruiskopschroevendraaier 2 x 100
- waterpas
Let op: Controleer voor het gebruik of de
meegeleverde schroeven en pluggen geschikt
zijn voor de specifieke voorwaarden ter
plaatse.
Omvang van de levering complete set
De posities 2 - 9 zijn voorgemonteerd
1 - Aandrijfkop inclusief
gloeilamp 40 W , sokkel E27
2 - Kettingtandwiel
3 - Looprail, aandrijfzijde
4 - Loopwagen
5 - T andriem of ketting.
6 - Keerrol
7 - Koppeling
8 - Looprail, deurzijde
9 - Spaninrichting
10 - Muurbevestiging
11 - Deurconsole
12 - Duwstang
13 - Middenstuk
14 - Zakje met schroeven
15 - Handzender inclusief
Batterij alkaline 23A, 12V
16 - Plafondbevestiging
17 - T elescoopconsole voor sectiedeuren
(Toebehoren)
Overzicht
Looprail
Verwijder de verpakking en klap de looprail
over de hele lengte uit.
11
22
33
44
66
5b5b
00
88
99
1313
1212
55
5a5a
1010
1111
77
Montagehandleiding
NL
Bewaar deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding tijdens de complete gebruiksduur!
Loopwagen ontgrendelen
Voor nadere werkzaamheden kan de
verbinding tussen deur en aandrijving d.m.v.
de trekknop aan de loopwagen (4) worden
ontgrendeld en de deur handmaking worden
bediend.
Let op: Indien de deur voor een langere
periode moet worden bediend, ga dan als volgt
te werk: neem de vergrendelingshevel uit de
parkeerpositie (a) links en steek deze bij
getrokken trekknop in de arreteerpositie (b).
Ga als volgt te werk voor een opnieuw
vergrendelen: plaats de arreteerstift weer in de
linker parkeerpositie (a) en verbind deur en
aandrijving met elkaar. Loopwagen haakt bij
de volgende beweging automatisch weer in.
Richten van de antenne /
aansluitschema
Aanwijzingen:
- Trek voor het openen van de kap eerst de
stekker uit het stopcontact!
- Klem geen spanningvoerende leidingen
aan, sluit uitsluitend potentiaalvrije
toetsen en potentiaalvrije
relaisuitgangen aan.
- Plaats de afdekkap na de
werkzaamheden weer terug en schroef
hem vast.
- Voor de eerste inbedrijfstelling dient de
aandrijving te worden gecontroleerd op
het juiste en veilige functioneren (zie
onderhoud/inspectie).
E - aansluiting voor de antenne
Antenne aan de uitgang van de kast naar
rechts in een bocht van ca. 90° aanleggen
(zie afbeelding).
Bij het gebruik van een externe antenne
dient de afscherming op de ernaast
liggende klem worden gelegd (F, rechts).
F - aansluiting voor een externe impulsgever
(Toebehoren, bv . sleutel- of codetoets)
G - ingang STOP A
Aansluiting voor beveiligingen
(toebehoren, bv. loopdeurcontact). Als
deze ingang wordt onderbroken, stopt de
aandrijving c.q. wordt een aanlopen
voorkomen.
H - ingang STOP B
Aansluiting voor beveiligingen
(toebehoren, bv. eenrichtingsfotocel). Als
deze ingang wordt onderbroken, draait de
aandrijving direct om en de deur wordt
gesloten.
I - Voeding 24 V ~
(bv. voor een eenrichtingsfotocel),
aansluiting mag met max. 100 mA worden
belast.
J - insteekvoetje voor draadloze ontvanger
K - aansluiting voor een externe randgeaarde
verlichting of signaallamp (beveiliging
klasse II, max. 500 W).
Impulsgever en extern beveiligingen
Voor een hogere mate van beveiliging van
personen adviseren wij naast de interne
krachtbegrenzing van de aandrijving de
installatie van een eenrichtingsfotocel (zie
aansluitschema afbeelding 13 (I) (H)). Voor
nadere informatie over toebehoren zie a.u.b.
onze documentatie. Vraag er naar in de
vakhandel.
Demontage van de aandrijving
1. Trek de stekker uit het stopcontact en klem
alle aansluitingen af.