13
Temperatuurweergave
OmgevingstemperatuurOmgevingstemperatuur
OmgevingstemperatuurOmgevingstemperatuur
Omgevingstemperatuur wordt weergegeven in het midden/links
van het scherm (fig. 7a) tijdens de oppervlakte- en
logmodus en kan bekeken worden als een deel van een
alternatieve weergave door op de knop te drukken tijdens
de duikmodus.
HOORBAAR ALARM
Als waarschuwingssituaties het alarm activeren, geeft de
unit een aaneengesloten toon gedurende 10 seconden. Het
alarm klinkt opnieuw als de waarschuwingssituatie weer
optreedt of als er een ander soort waarschuwingssituatie
ontstaat. Een rood LED waarschuwingslicht is
gesynchroniseerd met het Hoorbare alarm en knippert als
het alarm een toon laat horen.
Situaties waarbij het alarm klinkt, zijn:
· Ingaan van decompressiemodus.
· PO2 e” de Max PO2 Alarm, of e” 1,60 ATA.
· Diepte e” 99,9 meter / 330 voet.
· O2 opbouw e” 300 OTU.
· Opstijging boven een vereiste
decompressiebovengrensstopdiepte.
· Opstijgsnelheid groter dan de toegestane limiet.
· Decompressie vereist een stopdiepte dieper dan 21 meter
/ 70 voet
· Langer dan 5 minuten aan de oppervlakte na een
Conditionele overtreding (Permanente overtreding).
Fig. 7 - Temperatuurweergave
a
OPMERKING: De informatieweergaven worden tot in detail beschreven bij de
diverse specifieke functioneringsmodi in deze handleiding.