AANBEVOLEN PAPIER > 16
Gebruik de universele lade voor het afdrukken van enveloppen en
transparanten. Er kunnen maximaal 50 transparanten of 10
enveloppen tegelijk worden geladen, waarbij de stapel niet hoger
mag zijn dan 10 mm.
Papier of transparanten moeten met de afdrukzijde naar boven en met
de bovenzijde als eerste in de printer worden geplaatst.
UITVOERVAK (AFGEDRUKTE ZIJDE NAAR BENEDEN)
In het uitvoervak aan de bovenzijde van de printer kan maximaal 250
vel standaardpapier van 80 g/m² worden geplaatst. Dit uitvoervak
ondersteunt papiersoorten met een gewicht van maximaal 120 g/m².
Pagina’s die in leesvolgorde worden afgedrukt (pagina 1 als eerste),
worden in leesvolgorde gesorteerd (de laatste pagina ligt bovenop
met de afgedrukte zijde naar beneden).
UITVOERVAK (AFGEDRUKTE ZIJDE NAAR BOVEN)
U moet het uitvoervak aan de achterzijde van de printer openen en de
papiersteun uittrekken als u dit vak wilt gebruiken. In deze stand
wordt het papier aan de achterzijde van de printer uitgevoerd,
ongeacht de driverinstellingen.
Dit uitvoervak aan de achterzijde kan maximaal 100 vel
standaardpapier van 80 g/m² bevatten en ondersteunt papiersoorten
tot maximaal 203 g/m².
Gebruik voor papiersoorten zwaarder dan 120 g/m² altijd dit vak en
de universele lade.