Het apparaat configureren.... > 36
F
UNCTIES
VOOR
INTERNETCOMMUNICATIE
W
AT
U
MOET
WETEN
VOORDAT
U
HET
MFP
INSTALLEERT
Voor de functies voor scannen naar e-mail en andere functies
moet het MFP correct worden ingesteld in uw netwerk. U moet de
volgende netwerkparameters instellen zodat andere
netwerkapparaten het MFP kunnen vinden in het netwerk:
Beschrijving:
1. DHCP ingeschakeld:
Kies Ja als u de IP-/subnet-/gateway-adressen
rechtstreeks van de DHCP-server wilt verkrijgen.
2. IP-adres:
Dit is het IP-adres (Internet Protocol) dat de
netwerkbeheerder aan het apparaat heeft toegewezen.
3. Subnetmasker:
Dit is het netmaskeradres dat de netwerkbeheerder heeft
toegewezen.
4. Gateway-IP:
Dit is het gateway-IP-adres dat de netwerkbeheerder heeft
toegewezen.
5. SMTP-server:
Dit is het IP-adres van de SMTP-mailserver dat de
netwerkbeheerder heeft toegewezen.
6. SMTP-poort:
Het poortnummer van de SMTP-mailserver.
7. DNS-server:
Dit is het IP-adres van de DNS-server dat de
netwerkbeheerder heeft toegewezen.
8. POP3-server:
Het IP-adres van uw POP3-server.