Het apparaat configureren....> 24
Beschrijving:
1. DHCP ingeschakeld:
Kies Ja als u de IP-/subnet-/gateway-adressen
rechtstreeks van de DHCP-server wilt verkrijgen. Als u de
instelling hebt gewijzigd van Uit in Aan, schakelt u de
voeding van de scannermodule eerst uit en dan weer in.
2. IP-adres:
Het IP-adres (Internet Protocol) dat de netwerkbeheerder
aan het apparaat heeft toegewezen.
3. Subnetmasker:
Het netmaskeradres dat de netwerkbeheerder heeft
toegewezen.
4. Gateway-IP:
Het gateway-IP-adres dat de netwerkbeheerder heeft
toegewezen.
5. SMTP-server:
Het IP-adres van de SMTP-mailserver dat de
netwerkbeheerder heeft toegewezen.
6. SMTP-poort:
Het poortnummer van de SMTP-mailserver.
7. DNS-server:
Het IP-adres van de DNS-server dat de netwerkbeheerder
heeft toegewezen.
8. POP3-server:
Het IP-adres van uw POP3-server.
9. POP3-poort:
Het poortnummer van de POP3-mailserver.
Voer de DNS-naam, of het IP-adres en poortnummer van
uw POP3-server in als uw e-mailserver POP3-verificatie
vereist, voordat u e-mails verzendt vanaf het apparaat.