23NL
Fotograferen
Filmbeelden fotograferen
n
1 Schuif de lenskap helemaal open.
2 Open het hoofdmenu door op de OK/MENU-knop te drukken.
3 Selecteer de functie N (Filmbeelden fotograferen) door op de
knop Ñ te drukken.
• De camera is nu ingesteld op het fotograferen van filmbeelden.
• In de monitor verschijnt het functiepictogram N en wordt de op het
geheugenkaartje totaal beschikbare opnametijd aangegeven.
4 Kader uw opname af terwijl u naar het beeld in de monitor kijkt.
5 Druk de ontspanknop half in.
• De scherpstelling wordt nu vastgehouden.
6 Start de opname door de ontspanknop helemaal in te drukken.
• De oranje LED, rechts naast de zoeker, licht op.
• De camera stelt altijd de juiste belichting in, zelfs als het onderwerp beweegt.
• Tijdens het fotograferen van filmbeelden, licht het functiepictogram N rood
op en wordt de beschikbare opnametijd aangegeven.
7 Om het fotograferen van filmbeelden te stopen, drukt u de
ontspanknop opnieuw in.
• Tijdens het opslaan van de filmbeelden op het kaartje knippert de oranje LED.
• Wanneer de beschikbare opnametijd verstreken is, stopt het opnemen auto-
matisch.
Zoomen (Digitaal zoomen)
1 Schuif de lenskap helemaal open.
2 Druk op de knop Ñ.
• In de monitor worden de zoomknoppen aangegeven. Het beeld wordt
1,3x vergroot weergegeven.
3 Druk, terwijl u naar het beeld in de monitor kijkt op de knop Ññ.
• Bij elke druk op de knop Ñ vergroot u het beeld in de volgorde:
1x ➝ 1,3x ➝ 1,6x ➝ 2,0x ➝ 2,5x.
• Bij elke druk op de knop ñ vergroot u het beeld in de volgorde:
2,5x ➝ 2,0x ➝ 1,6x ➝ 1,3x ➝ 1x.
• Houdt u de knop Ñ of ñ ingedrukt, dan verandert de vergroting voortdurend.
4 Maak uw opname.