Het contrast van het beeld instellen
[CONTRAST]
KCAMERAMENUCONTRAST
:P A S M
r
s A
Submenu 2 Toepassing
−5tot+5
Hiermeekuntuhetcontrastaanpassen
tussenlichteendonkeredelen.
Wanneeruaanpastnaardekant+
geeftditeenscherperbeeld.Wanneer
uaanpastnaardekant–ziethet
beelderalgemeenzachteruit.
De kleurverzadiging aanpassen
[SATURATION]
KCAMERAMENUSATURATION
:P A S M
r
s A
Submenu 2 Toepassing
−5tot+5
Hiermeewordtdekleurverzadiging
aangepast.Wanneeruaanpastnaar
dekant+geeftditdieperekleuren.
Wanneeruaanpastnaardekant–
geeftditgetemperdekleuren.
Ruis verminderen bij lange sluitertijden
[NOISE REDUCT.]
KCAMERAMENUNOISEREDUCT.
:P A S M
r
s
Submenu 2 Toepassing
OFF
Decameramaaktfoto'smeteen
kortesluitertd.Ruisonderdrukking
wordtnietgebruikt.
ON
Decameramaaktfoto'smeteen
langesluitertd.Ruisonderdrukking
wordtgeactiveerdwanneerde
sluitertdkorterisdan1/2seconde.
Wanneerditop[ON]wordtingesteld,is
detdvoorhetfotograferenenhetopslaan
vangegevensongeveertweekeerzolang
alsnormaal.Tdensdezewachtperiode
kuntugeenfoto'smaken.
Bsommigeonderwerpenen
opnameomstandighedenwerkt
dezefunctienietoptimaal.
Dezefunctiewordtvastgezetop[ON]
wanneerdesluitertdisingesteld
op[BULB].“De diafragmawaarde
en sluitertijd selecteren voor het
fotograferen (stand M)“(blz. 20)