➍
Wanneer de meting is beëindigd loopt de manchet
helemaal leeg en uw bloeddruk en hartslag
worden weergegeven.
OPMERKING:
Het apparaat slaat bloeddruk en hartslag
automatisch in het geheugen op.
• Wanneer 28 metingen in het geheugen zijn
opgeslagen wordt de oudste meting gewist zodat
de nieuwe kan worden opgeslagen.
➎
Druk op de AAN/UIT (O/I) toets om het apparaat
uit te schakelen.
OPMERKING :
Wanneer u vergeet het apparaat uit te schakelen
gebeurt dit na vijf minuten automatisch.
Instructies voor bijzondere
omstandigheden:
• Wanneer bekend is dat uw systolische waarde
hoger is dan 220 mm Hg, houd de (START )
toets ingedrukt totdat de manchet tot een waarde
die 30 tot 40 mm Hg hoger ligt dan uw verwachte
systolische druk is opgeblazen.
OPMERKING :
Druk niet hoger laten worden dan noodzakelijk
is.
De manchetdruk is maximaal 300 mm Hg.
Aflezen van een
meetwaarde
➊
Druk op de AAN/UIT (O/I) toets.
a) Alle display-symbolen verschijnen gedurende
ongeveer een seconde.
b) Wanneer het apparaat gereed is, verschijnt het
( ) symbool op het display.
➋
Druk op de (START ) toets en beweeg niet.
Wanneer de manchet wordt opgeblazen bepaalt het
apparaat automatisch de voor u ideale druk.
Aangezien het apparaat ook tijdens het opblazen
de hartslag meet, mag u uw arm niet bewegen en
niet praten totdat de meting is beëindigd.
• Wanneer u het opblazen of de meting wilt stoppen
druk op de AAN/UIT-toets. Het opblazen wordt
afgebroken en de manchet loopt snel leeg waarna
het apparaat wordt uitgeschakeld.
➌
Het opblazen stopt automatisch en de meting
wordt gestart.
Terwijl de manchet langzaam leegloopt, lopen de
waarden terug en het ( ) symbool knippert bij
elke hartslag. In uitzonderlijke gevallen moet een
hogere druk worden opgebouwd. In die gevallen
wordt de manchet opnieuw opgeblazen tot een
waarde die maximaal 30 mm Hg hoger ligt dan de
aanvankelijke waarde waarna de meting opnieuw
wordt gestart.
opblazen
ontluchten
Nederlands