8
Opmerking:
Instelling
• Lees de handleiding voor elk optioneel accessoire en zorg ervoor dat u
deze begrijpt. Deze handleiding bevat geen waarschuwingsinformatie
voor optionele accessoires.
• Wees voorzichtig met de kabels en plaats deze zodanig dat de patiënt
niet verstrikt of vastgebonden raakt.
Vóór gebruik/tijdens gebruik
• Controleer het volgende nadat u het apparaat hebt ingeschakeld:
- Er mag geen rook, abnormale geur of abnormaal geluid worden
afgegeven.
- Druk op elke knop om te controleren of deze werkt.
- Voor functies met oplichtende of knipperende pictogrammen,
controleert u of de pictogrammen daadwerkelijk oplichten of knipperen
(pagina 12).
- Een meting kan op normale wijze worden uitgevoerd en meetfouten
bevinden zich binnen de tolerantiewaarde.
• Als het display niet normaal wordt weergegeven, gebruikt u het apparaat
niet.
• Bij het recyclen of afvoeren van onderdelen (met inbegrip van batterijen)
van het apparaat moet u zich aan de regels en voorschriften van de
lokale overheden houden.
Reiniging
• Voor reiniging, zie pagina 23.
Niet-invasieve bloeddrukmeting
• Als de patiënt aan een acute ontsteking, een pyrogene aandoening of
een externe wond lijdt op de locatie waar de manchet om de arm moet
worden gewikkeld volgt u de instructies van de arts.
• Niet-invasieve bloeddrukmeting vindt plaats door compressie van de
bovenarm. Sommige mensen ervaren mogelijk intense pijn of er kan
tijdelijke vlekvorming ten gevolge van subcutane bloeding (blauwe
plekken) optreden. De vlekvorming verdwijnt na verloop van tijd. Het kan
echter goed zijn patiënten waarbij dit kan optreden te informeren over
deze vlekvorming en indien nodig af te zien van bloeddrukmetingen.
• Voor een correcte meting wordt aanbevolen dat de patiënt zich ontspant
en niet praat tijdens de meting.
• Voor een correcte meting wordt aanbevolen dat de patiënt 5 minuten
vóór de meting ontspannen rust.