TEMPERATUURBEREIK WAARSCHUWING BETEKENIS
27°C - 32°C (80°F - 89°F) Extreem gevaar
Groot gevaar van uitdroging /
zonnesteek
32°C - 40°C
(90°F - 104°F)
Gevaar
Uitputting door hitte
waarschijnlijk
27°C - 32°C
(105°F - 129°F)
Extreem
Let op
Mogelijke uitdroging door hitte
27°C - 32°C
(130°F - 151°F)
Let op Mogelijke uitputting door hitte
NB De Hitte-index wordt alleen berekend wanneer de temperatuur 80° F / 27°C of
hoger is.
WIND
Om de windmodus te selecteren:
Druk op het windscherm , om te schakelen tussen:
• Stoot
• Gemiddeld
Druk UNIT om eenheid te kiezen: knopen/ kph / mph / m/s.
Het windniveau wordt aangegeven met een serie iconen:
Verloren
sensor
Licht Matig Sterk Storm
0-8 mph
(3-13 km/u)
9-25 mph (14-
41 km/u)
26-54 mph
(42-87 km/u)
>55 mph
(>88
km/u)
MAANSTAND
1. Druk op het klokscherm om te activeren.
2. Druk herhaaldelijk op
SET Jaar / Kalenderdatum weer te geven.
3. Druk OMH / OML om de maanstand voor een bepaalde datum te bekijken
Nieuwe Maan Volle Maan
Wassende Halve
Maan
Afnemende Volle
Maan
Eerste kwartier Laatste kwartier
Wassende Volle Maan
Afnemende Halve
Maan
STAAFDIAGRAM
Om de weergavemodus diagram te selecteren:
Druk op het staafdiagramscherm , om te schakelen tussen deze weergaven:
• Barometer
• Regen
• UV
ALARM
Weeralarmen kunnen u attenderen op bepaalde weersomstandigheden. Wanneer
het geactiveerd is, zal het afgaan zodra aan bepaalde criteria wordt voldaan.
Scherm Type alarm
Barometer Barometer HI
Regen Neerslaghoeveelheid HI
UV UV HI
Temperatuur
Huidige temperatuur
HI
LO
Hitte-index HI
Vochtigheid
Huidige vochtigheid
HI
LO
Dauwpunt
HI
LO
Klok Dagelijks alarm
Wind
Snelheid Windstoten HI
Lage Gevoelstemperatuur LO
Om het alarm in te stellen:
1. Druk het gewenste scherm om te activeren.
2. Druk op
AL om de Tijd en HI / LO weer te geven.
3. Houd AL ingedrukt.
4. Gebruik week OMH / OML om de gewenste waarde in te stellen.
5. Druk
• AL om te bevestigen en door te gaan met de volgende instelling OF
• raak het schermvak aan (behalve taakbalk / weersverwachting) om te bevestigen
en af te sluiten.
Om de alarmen te activeren / deactiveren:
1. Druk het gewenste scherm om te activeren.
2. Druk op AL om de ingestelde Tijd en HI / LO weer te geven.
3. Druk op AL ON / OFF om het alarm AAN / UIT te zetten.
“- -“ geeft aan dat het alarm niet is ingesteld / uit staat.
NB Het geluid van het klokalarm is anders dan dat van de weeralarmen, zodat u ze
makkelijk uit elkaar kunt houden.
Om een alarm uit te zetten: Druk op een willekeurige plek van het scherm.
NB zal continu knipperen, ook als het alarm stil is gezet, gedurende ten minste
2 minuten of totdat de situatie verandert.
NB Wanneer het alarm aan is, zal het kanaal dat het veroorzaakt heeft, knipperen.
GEHEUGEN
MAX / MIN RECORDS
Area Type Geheugen
Temperatuur
Huidige temperatuur
MAX
MIN
Hitte-index
MAX
MIN
Vochtigheid
Huidige vochtigheid
MAX
MIN
Dauwpunt
MAX
MIN
Wind
Snelheid Windstoten MAX
Windkoelte MIN
MAX / MIN records bekijken:
1. Druk het gewenste scherm om te activeren.
2. Druk
MEM om tussen verschillende MIN / MAX geheugenwaarden.
Om individuele records te wissen:
1. Druk het gewenste scherm om te activeren.
2. Houd
MEM ingedrukt.
3. Het wissen is voltooid wanneer het scherm de huidige meting toont.
UURMETINGEN
Scherm Metingen per uur tot
Barometer 24 uur terug
Neerslag per uur 24 uur terug
UV 10 uur terug
Om de uurmetingen te bekijken:
1. Druk het gewenste scherm om te activeren.
2. Druk
OMH / OML om de huidige (0) / uurmeting te bekijken.
Wanneer MAX / MIN metingen worden weergegeven, wordt het bijbehorende
tijdstempel weergegeven in het klokscherm .
DATALOGGER
Om de DATALOGGER in te stellen:
1. Druk
Klokscherm totdat de DATALOGGER modus wordt weergegeven.
2. Druk op SET.
3. Druk OMH / OML om de frequentie van de metingen te kiezen
(1 / 2 / 5 / 10
/15).
4. Druk op SET.
5. Het aantal dagen dat het geheugen gegevens kan meten, wordt weergegeven.
Frequentie in
minuten
Aantal voor datalogging beschikbare dagen in het
geheugen*
1 29
