148
33
N
E
D
E
R
L
A
N
D
S
CQ-C3301N
Verhelpen van storingen
Als het apparaat niet juist werkt
Indien u een storing vaststelt, raadpleeg dan de onderstaande tabel
en neem de vereiste maatregelen.
Als de gegeven suggesties het probleem niet verhelpen, raden we u aan het
toestel naar uw dichtstbijzijnde erkende Panasonic service-centrum te bren-
gen. Dit product mag uitsluitend worden gerepareerd door bevoegd person-
eel. Laat controle en reparatie over aan de vakman.
Panasonic aanvaardt geen aansprakelijkheid voor ongelukken die het gevolg
zijn van verzuim het toestel te controleren of van uw eigen reparatie na con-
trole door uzelf.
■ Algemene storingen
In bepaalde standen, bijvoorbeeld in het menu, zijn sommige handelingen niet mogelijk.
aLees de handleiding goed door en annuleer de huidige stand. Raadpleeg
uw leverancier als het toestel vervolgens nog niet naar behoren func-
tioneert.
Sommige handelingen
kunnen niet worden
uitgevoerd.
De omvormer of dynamo van de auto veroorzaakt de storing.
aKies een andere plek voor de aansluiting van de aarddraad.
aVoorzie de stroombron van een ruisfilter.
De storing loopt syn-
chroon aan het
toerental.
Er is een bron van elektromagnetische golven, zoals een mobiele telefoon in
de buurt van het toestel of de bedrading daarvan.
aHoud bronnen van elektromagnetische golven, zoals mobiele telefoons,
uit de buurt van het toestel en de bedrading daarvan. Raadpleeg uw
dealer indien de storing niet kan worden opgeheven vanwege de bedrad-
ingsboom van uw auto.
De aarddraad maakt slecht contact.
aZorg ervoor dat de aarddraad goed is aangesloten op een blank en
ongeverfd deel van het chassis.
Storing
Het toestel kan niet worden bediend wanneer het demonstratiescherm getoond wordt.
aDruk op [DISP] om het demonstratiescherm te sluiten.
Als het demonstratiescherm regelmatig zomaar verschijnt, is het mogelijk dat
er een slecht contact of verkeerde aansluiting bestaat tussen de accudraad
van het toestel en de accukabel van de auto. (De accudraad moet doorlopend
van stroom worden voorzien.)
aControleer de bedrading van de stroomvoorziening aan de hand van het
bedradingsschema.
Het demonstrati-
escherm verschijnt en
het toestel kan niet
worden bediend.
De MUTE functie is ingeschakeld.
aZet de MUTE functie uit (OFF).
Er is contact tussen de externe dempingsdraad en het chassis.
aSluit de externe dempingsdraad op de juiste manier aan. Als de draad
niet gebruikt wordt, moet u deze goed isoleren.
De bedrading voor de luidsprekers is niet correct, of er zit een breuk of slecht
contact in.
aDe bedrading voor de luidsprekers is niet correct, of er zit een breuk of
slecht contact in. (Installatiehandleiding)
Geen geluid.
Het stroomsnoer (accu, stroom en aarde) is verkeerd aangesloten.
aControleer de bedrading.
Zekering doorgebrand.
aVerhelp de oorzaak waarom de zekering is doorgebrand en vervang de
zekering door een nieuwe. Raadpleeg uw leverancier.
Geen stroom.
Probleem
Mogelijke oorzaak
a
Mogelijke oplossing
Waarschuwing
¡Gebruik het toestel in geen geval wanneer het
zich in een ongewone toestand bevindt,
bijvoorbeeld, wanneer er geen geluid wordt
geproduceerd, of bij rookontwikkeling of een
vreemde geur, want dit kan leiden tot elek-
trische schokken of brand. Staak het gebruik
van het toestel onmiddellijk en raadpleeg uw
dealer.
¡Probeer in geen geval het toestel zelf te repar-
eren, want dit kan gevaarlijk zijn.