Algemeen
Algemeen
Dit hoofdstuk beschrijft hoe u het toestel kunt in- en uitschakelen, hoe u het volumeniveau kunt instellen, enz.
Inschakelen
Druk op [PWR] (in-/uitschakelen).
Uitschakelen
Houd [PWR] (in-/uitschakelen) gedurende
1 seconde of langer ingedrukt.
U kunt het afneembare voorpaneel
erafhalen om te voorkomen dat het
toestel wordt gestolen.
Verwijderen
1
Schakel het toestel uit. ( hierboven)
2
Druk op [OPEN]. Het afneembare
voorpaneel komt eraf.
3
Duw het voorpaneel
naar links.
4
Trek het naar u toe.
5
Doe het voorpaneel
in de houder.
Voorzichtig
• Het afneembare voorpaneel is niet waterdicht. Stel
het niet bloot aan water of veel vocht.
• Haal het voorpaneel niet van het toestel af terwijl u
aan het rijden bent.
• Leg het afneembare voorpaneel niet op het
dashboard of op andere plekken waar de
temperatuur hoog kan oplopen.
• Raak de contactjes op het afneembare voorpaneel of
op het hoofdtoestel niet aan, want hierdoor kunnen
storingen ontstaan.
• Als de contactjes verontreinigd raken, veegt u ze
schoon met een schone, zachte doek.
• Om te voorkomen dat het afneembare voorpaneel
beschadigd raakt, mag u het niet omlaag duwen of
er voorwerpen op zetten terwijl het geopend is.
In-/uitschakelen
(PWR: In-/uitschakelen)
Verwijderen/bevestigen van het voorpaneel
(Diefstalpreventiesysteem)
De displayinformatie
veranderen
(DISP: Display)
Het display verandert als volgt iedere keer wanneer op
[DISP] wordt gedrukt. (ACC ON)
Bij het uitschakelen:
Klokdisplay
(Standaardinstelling)
Display uit
Bevestigen
1
Plaats het afneembare voorpaneel met
het linkergat over de linkerpen op het
hoofdtoestel.
2
Plaats het andere gat over de andere
pen door licht te duwen.
Bij het inschakelen:
Nadat het toestel is ingeschakeld, leest u verder bij de
beschrijving van de betreffende ingangsfunctie.
Volume uit (verlagen)
Druk op [MUTE].
Annuleren
Druk nogmaals op [MUTE].
Opmerking: U kunt geluidsonderbreking of
geluidsdemping kiezen. (
pag. 137)
Verhogen
Verlagen
Instelbereik: 0 t/m 40
Standaardinstelling: 18
Opmerking: Het volumeniveau kan onafhankelijk
worden ingesteld voor iedere ingangsbron. (Wat betreft
de radio is er een aparte instelling voor AM (LW/MW) en
één voor alle FM banden.)
Volumeregeling
(VOLUME)
Tijdelijk volume uit
(verlagen)
MUTE (ATT: demping)
Opmerking: Voor informatie over de apparaten
die kunnen worden aangesloten, raadpleegt u de
Systeemuitbreidingsgids of de gebruiksaanwijzing
van ieder apparaat.
Het display verandert als volgt iedere keer wanneer op
[SOURCE] wordt gedrukt.
USB (Universal Serial Bus)-aansluiting
Wanneer een USB-geheugen met behulp van een USB-
verlengkabel is aangesloten op de USB-aansluiting,
worden de MP3/WMA-bestanden die in het geheugen
zijn opgeslagen weergegeven
Radio
FM1, FM2, FM3, AM ( pag. 120)
Speler
Bij het plaatsen van een CD ( pag. 126)
Bij het plaatsen van een MP3/WMA-disc ( pag. 128)
AUX1
Het apparaat aangesloten op de AUX1-aansluiting van
dit toestel.
Wanneer een optioneel apparaat is aangesloten:
Overschakelen naar aangesloten apparaat
Wanneer een CD-wisselaar wordt aangesloten
Wanneer een iPod wordt aangesloten
OF
Wanneer een uitbreidingsmodule is aangesloten:
De apparaten aangesloten op de poorten 1 t/m
4 worden op volgorde geactiveerd nadat is
overgeschakeld naar AUX2 (het apparaat aangesloten
op de AUX-aansluiting van de uitbreidingsmodule).
Systeemaansluiting
Een signaalbron kiezen
(SOURCE)
USB-aansluiting
Wanneer een optioneel apparaat is aangesloten:
Bij het laden van MP3/WMA-gegevens ( pag. 132)
Wanneer een optioneel USB-geheugen niet is
aangesloten: