– 3 –
Belangrijke veiligheidsinstructies
Wanneer u dit toestel gebruikt, dient u de volgende
essentiële veiligheidsinstructies altijd in acht te
nemen ter voorkoming van brandgevaar,
elektrische schokken en overig lichamelijk letsel.
1. Lees alle instructies en zorg ervoor dat u ze
begrijpt.
2. Respecteer alle waarschuwingen en
instructies op dit toestel.
3. Trek de stekker uit het stopcontact voordat u
het toestel schoonmaakt. Gebruik geen
vloeibare zeep of spuitbussen. Gebruik een
vochtig doek om het toestel schoon te maken.
4. Gebruik het toestel zeker niet in de buurt van
water zoals bij een badkuip, wasbak,
gootsteen en dergelijke.
5. Plaats het toestel op een stabiele ondergrond.
Als het toestel valt, kan het ernstig beschadigd
worden of kunt u zich verwonden.
6. Bedek de gleufjes en openingen van het
toestel niet. Zij dienen voor de ventilatie zodat
het toestel niet oververhit raakt. Plaats het
toestel zeker niet in de buurt van radiatoren of
ergens waar er geen voldoende ventilatie is.
7. Gebruik alleen de op het toestel aangeduide
stroombron. Als u bijvoorbeeld twijfelt aan
voltage of stroomsterkte, vraag dit dan na bij
uw dealer of elektriciteitsmaatschappij.
8. Uit veiligheidsoverwegingen heeft dit toestel
een aarding. Als uw stopcontact geen aardig
heeft, moet u er een laten installeren. Gebruik
geen verdeelstekker om deze
veiligheidsfunctie te omzeilen.
9. Plaats niets op het netsnoer. Installeer het
toestel ergens waar niemand op het snoer kan
trappen of erover kan struikelen.
10. Zorg ervoor dat de stopcontacten en
verlengsnoeren niet overbelast raken.
Hierdoor kan brand of een kortsluiting
ontstaan.
11. Steek niets in de gleufjes van dit toestel.
Hierdoor kan brand of een kortsluiting
ontstaan. Giet geen vloeistoffen over het
toestel.
12. Haal het toestel niet uit elkaar, zo is het
gevaar op kortsluiting kleiner. Breng het
toestel naar een erkend dealer als het hersteld
of onderhouden moet worden. Door het deksel
te openen of weg te nemen, stelt u zich direct
bloot aan sterke stroomstoten of andere
gevaren. Als het toestel verkeerd opnieuw in
elkaar gezet wordt, kan er een kortsluiting
optreden als het daarna weer wordt gebruikt.
13. Trek de stekker van dit toestel uit het
stopcontact en raadpleeg een erkend dealer
als het volgende gebeurt:
A. Het netsnoer of de stekker is beschadigd of
uitgerafeld.
B. Er is vloeistof in het toestel gekomen.
C.Het toestel heeft in regen of water gestaan.
D.Het toestel werkt niet normaal ook al volgt u
de bedieningsinstructies. Verkeerde
aanpassingen kunnen ertoe leiden dat de
erkende dealer grote herstellingen moet
uitvoeren.
E. Het toestel is gevallen of is beschadigd.
F. Het toestel werkt plots niet meer naar
behoren.
14. Gebruik geen telefoon als het stormt (wel
draadloze telefoons). Door de bliksem zou het
tot een kortsluiting kunnen komen.
15. Gebruik dit toestel niet om een gaslek te
melden als het in de buurt van het lek staat.
BEWAAR DEZE
INSTRUCTIES
Plaatsingsvoorwaarden
1. Installeer geen telefoondraden als het stormt.
2. Installeer geen telefoonstekkers op vochtige
plaatsen. Gebruik hiervoor speciale
telefoonstekkers voor een vochtige omgeving.
3. Raak in geen geval een niet geïsoleerd
telefoonsnoer of aardcontactpunt aan voordat
de telefoonlijn werd afgesloten aan de network
interface.
4. Wees voorzichtig bij het installeren of
aanpassen van telefoonlijnen.
Waarschuwing
●
Plaats dit toestel niet in de regen of in een
vochtige omgeving. Zo verkleint u het gevaar op
brand of kortsluiting.
Overige informatie
●
Hou het toestel uit de buurt van elektrische
ruisbronnen zoals fluorescerende lampen en
motoren.
●
Gebruik het toestel in een stofarme omgeving.
Zorg ervoor dat de omgevingstemperatuur niet te
hoog is. Installeer het op een trillingsvrije
ondergrond.
●
Plaats het toestel niet in direct zonlicht.
●
Plaats geen zware voorwerpen boven op dit
toestel.
●
Raak de stekker in geen geval met vochtige
handen aan.