Instellen: overzicht
1 Eerste configuratie
Zorg dat u toegang tot het systeem
hebt met uw mobiele apparaat.
Raadpleeg de Instelhandleiding voor
systeem bij uw hub voor meer
informatie.
2 De batterij plaatsen
De batterij levert stroom aan het
aangesloten apparaat in geval van
een stroomstoring.
3 Aansluitingen
Sluit de back-upbatterij aan op het
stopcontact en het apparaat waaraan
stroom wordt geleverd.
4 Registreren
Registreer elke back-upbatterij bij de
hub als u meldingen wilt ontvangen in
geval van een stroomstoring. Deze
stap is niet vereist als de
back-upbatterij als deel van een
bundel is aangeschaft.
De batterij plaatsen
R GEBRUIK ALLEEN de opgegeven
batterij.
R Maak de plus- (
) en minzijde ( )
van de batterijen met een droge doek
schoon.
R Raak de plus- (
) en minzijde ( )
van de batterijen of de contactpunten
van de oplader niet aan.
1 Druk stevig op de inkeping (A) op het
batterijdeksel.
2 Schuif het deksel in de richting van de
pijl (B).
3 Plaats de batterij (C).
4 Sluit het batterijdeksel (D).
11
Instellen