7.1 Controle van de beveiliging tegen
onbedoelde inwerkingstelling
Controleer vóór elk gebruik de beveiliging tegen
onbedoelde inwerkingstelling (fig. 1, pos. H).
Deze beveiliging moet vrij bewegen zonder te
haperen. De veer moet de beveiliging
terugbrengen naar de losgezette
uitgangspositie. Gebruik het toestel nooit als
deze beveiliging niet werkt.
1. Scheid het toestel van de persluchttoevoer.
2. Verwijder het indrijfmiddel uit het magazijn
(fig. 1, pos. E).
3. Controleer dan of de trekker en de
beveiliging tegen onbedoelde
inwerkingstelling vrij omhoog en omlaag
kunnen worden bewogen.
4. Verbind het toestel met de
persluchttoevoer.
5. Druk de beveiliging tegen onbedoelde
inwerkingstelling tegen het werkstuk zonder
de trekker te bedienen. Het toestel mag niet
werken. Gebruik het toestel niet als het
werkt zonder dat de trekker wordt ingedrukt.
Lichamelijk gevaar!
6. Verwijder het toestel van het werkstuk. De
beveiliging tegen onbedoelde
inwerkingstelling moet terugkeren naar de
losgezette uitgangspositie. Druk de trekker
in. Het toestel mag niet werken. Gebruik het
toestel niet als het werkt. Lichamelijk
gevaar!
7. Bedien de trekker en duw de beveiliging
tegen onbedoelde inwerkingstelling tegen
het werkstuk. Het toestel werkt.
8. Duw de beveiliging tegen onbedoelde
inwerkingstelling tegen het werkstuk en
bedien de trekker, het toestel werkt.
7.2. Laden van nietjes en nagels
■ Om het magazijn te vullen (fig. 1, pos. E)
dient u het toestel zodanig vast te houden
dat de monding op het eigen lichaam noch
op een andere persoon is gericht.
■ Om het magazijn te vullen drukt u op de
magazijnhendel (fig. 1, pos. C) en trekt u de
magazijnafdekking (fig. 1, pos. D) naar
achteren tot tegen de aanslag.
■ Leg er de nietjes in zoals getoond in fig. 3 of
de nagels zoals getoond in fig. 4.
■ Leg er niet meer dan een volledige stang
nietjes / nagels in anders zou het magazijn
overvol geraken en niet meer kunnen
worden gesloten. Schuif dan de
magazijnafdekking terug naar voren tot zij
vastklikt.
■ De vulniveau-indicatie (fig. 5, pos. F) geeft
het aantal geladen nietjes / nagels aan als
minder dan 50 stuks geladen zijn.
7.3 Bediening/werkdruk
■ Sluit de pneumatische tacker /
nagelmachine aan op de
persluchtaansluiting (fig. 1, pos. B).
■ Stel de draaibare luchtuitlaat (fig. 1, pos. K)
zoals gewenst in.
■ Schakel de compressor vóór
ingebruikneming van de tacker in en stel de
werkdruk op de drukregelaar in op 4 bar.
■ De kartelschroef voor de bijregeling (fig. 6,
pos. G) moet zich ongeveer halverwege
tussen pos. 1 en 2 bevinden. Te dien einde
draait u de kartelschroef, uitgaande van
positie 1, met drie slagen open.
■ U gebruikt bij het afstellen van de werkdruk
best een proefwerkstuk dat qua structuur en
materiaalsterkte overeenkomt met de te
verbinden werkstukken.
■ Om te tackeren / nagelen zet u dan de
pneumatische tacker / nagelmachine op het
werkstuk aan en trekt u de trekker (fig. 1,
pos. A) eenmaal door en laat u die dan na
elke schot los.
■ Is de nagel of het nietje te diep ingedreven,
vermindert u de werkdruk op de
drukregelaar met 0,5 bar.
■ Is de nagel of het nietje niet diep genoeg
ingedreven of steekt de nagel of het nietje
uit, verhoogt u de werkdruk op de
drukregelaar met 0,5 bar.
■ Zet dan de tacker / nagelmachine opnieuw
op het proefwerkstuk aan en zet het toestel
in werking.
■ Naargelang het resultaat vermindert resp.
verhoogt u de werkdruk in stappen van 0,5
bar tot de indrijfdiepte ongeveer klopt.
Bijregelen (alinea 7.4) kunt u met behulp
van de kartelschroef.
■ Dit toestel beschikt eveneens over een
automatische werkmodus. Als u de trekker
23
NL/
BE