nl
10/72
Montage van de eindschakelaars
TER INFORMATIE: De eindschakelaars moeten worden geïnstalleerd zoals geïllustreerd in de afbeelding. Een
verkeerde installatie kan tot functiestoringen leiden.
BELANGRIJK: De eindschakelaars voor de poortposities “OPEN” en “GESLOTEN" worden geactiveerd
door een magneet in de loopwagen.
Juist positioneren van de eindschakelaars:
1. voor poortpositie “GESLOTEN”:
loopwagen ontgrendelen (aan de rode handgreep trekken) en de poort met de hand sluiten. Zoals geïllustreerd
in afbeelding 1, de eindschakelaar met de lange kabel (1) in het midden bevestigen ter hoogte van de loopwa-
gen, maar aan de buitenkant van de rail. Leg hiertoe het onderste uiteinde (5) van de eindschakelaar voor
poortpositie ‚Gesloten’(1) in de onderkant van de rail (7) (in het onderste railkanaal opzij), het bovengedeelte
(4) wordt dan onder de bovenkant van de rail (6) ingeschoven. Druk de eindschakelaar in zijn geheel omhoog
tegen de bovenkant van de rail en zet hem vast met schroef (8) (Afb. B).
Belangrijk: Schroef slechts lichtjes vastdraaien
2. voor poortpositie “OPEN”:
garagepoort helemaal openen met de hand. Zoals geïllustreerd in afbeelding A, de eindschakelaar met de
korte kabel (1) in het midden bevestigen ter hoogte van de loopwagen, maar aan de buitenkant van de rail.
Leg hiertoe het onderste uiteinde (5) van de eindschakelaar voor poortpositie ‚Open’(1) in de onderkant van
de rail (7) (in het onderste railkanaal opzij), het bovengedeelte (4) wordt dan onder de bovenkant van de rail
(6) ingeschoven. Druk de eindschakelaar in zijn geheel omhoog tegen de bovenkant van de rail en zet hem
vast met schroef (8) (Afb. B).
Belangrijk: Schroef slechts lichtjes vastdraaien
De kabels naar de eindschakelaars (9) worden in het bovenste railkanaal opzij (10) gelegd en vastgemaakt
met de clips. De clips moeten eerst schuin in de rails worden gezet en daarna met een tang in de juiste positie
worden gebracht (afbeelding C). Door op de handzender te drukken, wordt de poort automatisch gestart door
de poortaandrijving. De poort twee keer volledig openen en sluiten. Keert de poort tijdens de beweging terug
(omkeren) zonder de eindschakelaar te bereiken, dan moeten de instructies in hoofdstuk 18 „Krachtinstelling“
worden uitgevoerd. Wanneer de aandrijving bijna tot aan de eindschakelaar gaat en stopt, zonder de poort
helemaal te openen of te sluiten, moeten de eindschakelaars nauwkeuriger worden gepositioneerd (verschuiv-
en). Loopt de poort tegen het poortframe en keert ze om, dan moet ook hier de eindschakelaar voor poortposi-
tie “GESLOTEN” nauwkeuriger worden gepositioneerd (verschoven). (zie ook: „Juist positioneren van de eind-
schakelaars”)
17