nl
13/72
Mont
age:
1. Steek de stalen kabel door de voorziene plaats op de ontgrendelingshefboom. (afb. D)
2. Bevestig de bovenste en onderste adapterplaten. Stel de adapterplaat zo in dat de trekrichting zo verti-
caal mogelijk naar onderen verloopt. (afb. A & B)
3. Boor en schroef het greepverlengstuk vast (boorafstanden: 20 mm) (afb. F).
T
er info:
Het greepverlengstuk is enkel vereist, wanneer er onvoldoende beweging wordt gegenereerd
door aan de poortgreep te draaien. Wordt het greepverlengstuk gemonteerd, dan is er MEER kracht nodig
om de poort te ontgrendelen (de hefboomverhouding wordt daardoor ongunstig).
4. Nippel opzetten en kabel spannen. (afb. E)
5. Test de instelling en plaats de kabelbinders.
22
Installatie van de ontgrendeling van buitenaf
Enkel vereist wanneer er geen tweede toegang naar de garage is.
• Door het grote aantal poorten op de markt kan de ideale bevestigingswijze voor uw poort sterk afwijken van
deze tekening.
• Voor een optimale werking van de ontgrendeling moet de trekrichting van de stalen kabel zo loodrecht
mogelijk (omlaag) lopen. Zie afbeeldingen. De poortarm (trekarm) moet evt. worden aangepast, zodat hij in
de gesloten poortpositie zo steil mogelijk staat. Werd de aandrijving met rail correct geïnstalleerd, dan moet
alleen de gebogen poortarm volstaan en is de rechte poortarm overbodig. Beide armen zijn enkel bij enkele
types sectiepoorten vereist, omdat daar door de poortveren niet dichter bij de poort kan worden geïnstalleerd.
• De aandrijving mag de poort tijdens het sluiten niet vast tegen het poortframe drukken. Let bij wijze van con
trole op de rail. Als die wordt omhooggetrokken, heeft de poort te hard tegen het poortframe gedrukt.
Daardoor is er ook meer kracht nodig, die later nog van pas komt bij het ontgrendelen. De eindschakelaar(s)
opnieuw instellen.
• Afbeelding Atoont de gebruikelijke toepassing
• Afbeelding B toont een variant waarbij de rechte poortarm als verlengstuk wordt gebruikt. Daartoe
moeten
evt.
twee extra gaten in de poortarm worden gemaakt om de rechte poortarm in positie te brengen.
• Afbeelding C toont een ongunstige variante in een slechte hoek, waarvoor meer kracht nodig zal zijn om ze
te ontgrendelen.
• De draad en de kabel mogen niet worden geplooid. Ideaal zijn grote bogen, zoals in de illustratie.
• De stalen kabel mag op het einde van de installatie niet helemaal gespannen worden (poort gesloten),
omdat de kabel bij het openen korter wordt. Dat kan ertoe leiden dat door de beweging van de poort de ont-
grendeling ongewenst wordt geactiveerd en de poort wordt ontgrendeld. De kritische positie bevindt zich
meestal halverwege tussen OPEN en DICHT.
Test de werking van de ontgrendeling één keer per maand.
A
1.
2.