9.3 Veiligheidsklep (fig. 3)
De veiligheidsklep (19) is afgesteld op de
maximaal toegestane druk van het drukvat. Het
is niet toelaatbaar de veiligheidsklep te
verstellen of het plombeerloodje ervan te
verwijderen. Om te verzekeren dat de
veiligheidsklep, indien nodig, naar behoren
werkt, dient u de klep van tijd tot tijd in werking
te stellen. Trek flink aan de ring tot perslucht
hoorbaar wordt afgeblazen. Laat daarna de ring
weer los.
9.4 Oliepeil regelmatig controleren (fig. 11)
Plaats de compressor op een effen horizontaal
oppervlak. Het oliepeil moet zich tussen MAX
en MIN van het oliekijkglas (fig. 18) bevinden.
Olie verversen : Aanbevolen soort olie: SAE
15W 40 of een gelijkwaardige soort. De eerste
vulling moet na 100 bedrijfsuren worden
vervangen; daarna dient de olie om de 500
bedrijfsuren te worden ververst.
9.5 Olie verversen (fig. 1,10, 11)
Schakel de motor uit en verwijder de netstekker
uit het stopcontact. Nadat u de eventueel
voorhanden zijnde luchtdruk hebt afgelaten (zie
9.7.1) kan u de olieaflaatlug (18) op de
compressiepomp (13) uitdraaien. Om te
voorkomen dat olie ongecontroleerd uitloopt
plaats u best een kleine blikken goot eronder en
verzamelt u de olie in een bak. Indien al de olie
niet helemaal uitloopt is het aan te bevelen de
compressor lichtjes schuin te zetten. Is al de
olie uitgelopen draait u de olieaflaatplug (18) er
terug in.
De afgewerkte olie biedt u aan op een
overeenkomstige inzamelplaats voor
afgewerkte olie.
Om de correcte hoeveelheid olie in te gieten
dient u ervoor te zorgen dat de compressor op
een recht oppervlak staat. Giet de verse olie het
olievulgat (21) in tot de olie het maximale
vulpeil heeft bereikt. Dit is door een rood punt
op het oliekijkglas (18) aangeduid (fig. 11).
Overschrijd niet de maximale vulhoeveelheid.
Het overvol maken kan schade aan het toestel
berokken. Plaats de oliesluitdop (16) terug in
het olievulgat (21).
9.6 Schoonmaken van de aanzuigfilter
(fig. 2, 3, 12)
De aanzuigfilters (15) voorkomen het
binnenzuigen van stof en vuil. Deze filters
dienen minstens om de 300 bedrijfsuren
schoon te worden gemaakt. Een verstopt
geraakte aanzuigfilter vermindert aanzienlijk het
vermogen van de compressor.
Verwijder de aanzuigfilters door ze af te
schroeven van het toestel. Het filterhuis (D) is
op het filterdeksel (C) gezet en kan worden
verwijderd door lichtjes op het filterdeksel te
duwen. Klop de luchtfilter (F), het filterdeksel en
het filterhuis voorzichtig uit. Deze componenten
moeten daarna met perslucht (ca. 3 bar)
worden uitgeblazen en in omgekeerde volgorde
worden hermonteerd. Filterdeksel en filterhuis
hebben verschillende vergrendelposities. Zorg
ervoor dat bij de assemblage van de
aanzuigfilter de aanzuigopening naar beneden
wijst.
9.7 Opbergen
Let op!
Trek de netstekker uit het stopcontact,
ontlucht het toestel en alle aangesloten
pneumatische gereedschappen (zie 9.7.1).
Berg de compressor op zodat hij niet door
onbevoegden in werking kan worden
gesteld.
Let op!
De compressor alleen in een droge en voor
onbevoegden ontoegankelijke omgeving
opbergen. Niet kantelen, alleen recht
staand opbergen! Olie kan uitlopen!
9.7.1 Aflaten van de overdruk
Laat de overdruk in de compressor af door de
compressor uit te schakelen en de in het
drukvat nog aanwezige perslucht te verbruiken,
b.v. door een pneumatisch gereedschap met
nullast de laten draaien of met een
uitblaaspistool.
27
NL/
BE