Vastzetschroef (23) opnieuw aanhalen.
Zaagsnede uitvoeren zoals beschreven
onder punt 8.3.
8.5 Snijdieptebegrenzing (fig. 16)
Met de schroef (27) kan de snijdiepte
traploos worden afgesteld. Te dien einde
kartelmoer op de schroef (27) losdraaien.
De aanslag voor het beperken van de
snijdiepte (28) naar buiten zetten. De
gewenste snijdiepte instellen door de
schroef (27) in of uit te draaien. Daarna de
kartelmoer op de schroef (27) opnieuw
aanhalen.
Controleer de afstelling aan de hand van
een proefsnede.
8.6 Spaanopvangzak (fig. 2)
De zaag is voorzien van een opvangzak (22)
voor spanen.
De spaanzak (22) kan via de ritssluiting aan de
onderkant worden leeggemaakt.
8.7 Verwisselen van zaagblad (fig. 1, 17-20)
Netstekker uit het stopcontact trekken!
Let op!
Draag voor het verwisselen van het
zaagblad veiligheidshandschoenen!
Lichamelijk gevaar!
De machinekop (5) omhoogzwenken. Door
de borgbout (25) in deze stand vastzetten.
Op de ontgrendelhendel (3) drukken.
Zaagbladbescherming (6) omhoog klappen
tot de uitsparing in de
zaagbladbescherming (6) boven de
flensschroef (33) is.
Met een hand de zaagasvergrendeling (4)
indrukken. Met de andere hand platte open
sleutel (c) op de flensschroef (33)
aanzetten.
Zaagasvergrendeling (4) hard indrukken en
flensschroef (33) langzaam met de wijzers
van de klok mee draaien. Na maximaal één
hele slag klikt de zaagasvergrendeling (4)
vast.
Draai dan met wat meer kracht de
flensschroef (33) met de wijzers van de klok
mee los.
Flensschroef (33) er helemaal uit draaien en
buitenflens (34) wegnemen.
Neem het zaagblad (7) van de binnenflens
(40) af en trek het naar beneden eruit.
Flensschroef (33), buitenflens (34) en
binnenflens (40) zorgvuldig schoonmaken.
Het nieuwe zaagblad (7) in omgekeerde
volgorde monteren en aanhalen.
Let op! De afschuining van de tanden,
d.w.z. de draairichting van het zaagblad (7),
moet overeenkomen met de richting van de
pijl op het huis.
Voordat u verder werkt controleren of de
beschermende inrichtingen naar behoren
werken.
Let op! Telkens na het verwisselen van
zaagblad controleren of het zaagblad (7) al
loodrecht staande alsook op 45° gekanteld
in het tafelinzetstuk (11) vrij draait.
Let op! Het verwisselen en richten van het
zaagblad (7) dient naar behoren te worden
uitgevoerd.
8.8 Transport (fig. 1-3)
Vastzetgreep (13) aanhalen om de
draaitafel (16) te vergrendelen.
Ontgrendelhefboom (3) bedienen,
machinekop (5) omlaagdrukken en
arręteren d.m.v. de borgbout (25). De zaag
is dan in de onderste stand vergrendeld.
Trekfunctie van de zaag in de achterste
stand fixeren d.m.v. de vastzetschroef voor
trekgeleiding (24).
Machine aan de vaststaande zaagtafel (17)
dragen.
Om de machine opnieuw op te bouwen gaat
u te werk zoals beschreven onder 7.2.
8.9 Bedrijf laser (fig. 21-23, pos. 35)
Inschakelen: Aan/Uit-schakelaar (36) naar
de stand “1” brengen. Een laserlijn wordt op
het te bewerken stuk geprojecteerd die
exact aanduidt langs waar het snijden dient
te gebeuren.
Uitschakelen: Aan/Uit-schakelaar (36)
naar de stand “0” brengen.
Instellen van de laser: De laser is in de
fabriek d.m.v. de schroef (39) ingesteld en
vastgeplakt. Een verdere afstelling van de
laser tijdens het bedrijf hoeft niet. Let op!
Niet in de laserstraal kijken
Verwisselen van batterijen: Laser (35)
37
NL