ment op deze stand in te stellen .
j Schuif voor boorwerkzaamheden de keuze-
schakelaar
1
ook naar voren (stand: 2).
Q
Ingebruikname
Q
AAN- / Uitschakelen
c VOORZICHTIG! Plaats het apparaat alléén
uitgeschakeld op de schroef. Draaiende gereed-
schappen kunnen wegglijden. Lichamelijk letsel en
schade aan het werkstuk zouden het gevolg
kunnen zijn.
Inschakelen:
j Druk voor de ingebruikname van het apparaat
op de AAN- / UIT-schakelaar
4
en houd deze
ingedrukt.
Uitschakelen:
j Als u het apparaat wilt uitschakelen dient u de
AAN- / UIT-schakelaar
4
los te laten.
Q
Toerental instellen
De AAN- / UIT-schakelaar
4
beschikt over een
vari-abele toerentalregeling.
j Als u de AAN- / UIT-schakelaar
4
indrukt
verhoogt u het toerental.
Opmerking: De geïntegreerde motorrem brengt
het toerental snel tot stilstand - ideaal voor bijvoor-
beeld seriematige schroefverbindingen.
Q
Draairichting veranderen
j Verander de draairichting, door de draairich-
tingschakelaar
3
naar rechts resp. naar links
te drukken.
Q
Tips en trucs
N eem bij het schroeven in hout, metaal en
andere materialen strikt de onderstaande
punten in acht:
j Controleer vóór de werking of de schroefbit of
boor correct is aangebracht, dat wil zeggen of
deze gecentreerd in de boorhouder is bevestigd.
j De schroefbits zijn met maat en vorm geken-
merkt. Als u niet zeker bent probeer dan eerst
of de bit zonder speling in de schroefkop past.
Draaimoment:
j Vooral kleinere schroeven en bits kunnen
worden beschadigd, als u een te hoog draai-
moment of / en een te hoog toerental op de
machine instelt.
Snelle schroefbeweging:
j Bijzonder hoge draaimomenten ontstaan bij-
voorbeeld bij metalen schroefverbindingen met
gebruik van steeksleutelinzetstukken. Selecteer
een laag toerental.
Langzame schroefbeweging:
j Schroef hierbij echter ook op een laag toerental,
om bijvoorbeeld het oppervlak van het hout bij
het contact met de metalen schroefkop niet te
beschadigen. Gebruik geen verzinkboor.
Neem bij het boren in hout, metaal en
andere materialen strikt de onderstaan-
de punten in acht:
j Gebruik bij een boor met een kleine diameter
een hoog toerental en bij een boor met een
grote diameter een laag toerental.
j Selecteer bij harde materialen een laag toeren-
tal en bij zachte materialen een hoog toerental.
j Borg of bevestig het (indien mogelijk) werkstuk
in een kleminrichting.
j Markeer de plaats waar geboord moet worden
met een center of een spijker en selecteer voor
het aanboren een laag toerental.
j Trek de draaiende boor regelmatig uit het
boorgat om spanen of zaagsel te verwijderen
en de boor te koelen.
Vóór de ingebruikname / Ingebruikname