NEDERLANDS - 12
de figuur aangegeven en voorzichtig schoonmaken met een
persluchtstraal. Voor een zorgvuldigere reiniging kan het met
water en zeep worden gewassen.
Controleer bij het monteren of het filter goed tegen zijn zitting
sluit. Het filter wordt nooit meer compleet schoon. Het moet
dan ook periodiek vervangen worden door een nieuw filter.
Een beschadigd filter moet onmiddellijk vervangen worden.
M1 Zaagblad Reinig zorgvuldig het kanaal (K) en de borin-
gen (L) voor oliedoorvoer. Draai regelmatig het blad om, om
een gelijkmatige slijtage te verkrijgen. Indien de geleidesleuf
versleten is of overmatige groeven vertoond, moet hij vervan-
gen worden. Reinig de geleider van de ketting. Smeer het
kettingwiel van het blad met lagervet.
M2 Kettingoliepomp Controleer of de automatische pomp
voor de smering van blad en ketting correct werkt. Richt het
blad op een licht oppervlak, op zo’n twintig centimeter afstand.
Na circa één minuut, op ¾ van het gas, moet het oppervlak
duidelijke oliesporen vertonen. Als de pomp niet werkt, dient u
contact op te nemen met een erkend servicecentrum.
Brandstoffilter
Verwijder de tankdop en trek het filter uit met behulp van een
metalen haak. Vervang het filter bij voorkeur minstens eens
per jaar.
M4 Ketting Slijp de ketting en controleer de toestand en de
spanning. Als de ketting versleten is, moet hij vervangen wor-
den bij een erkend servicecentrum. Wanneer de zaagtand
slechts 4 mm bedraagt, is de ketting versleten en is hij voor
de sloop bestemd.
M3 Kettingwiel
Controleer of het kettingwiel niet overmatig versleten is.
Wendt u zich tot een erkend servicecentrum indien vervan-
ging nodig is.
L4 Startinrichting Controleer de startinrichting, het koord en
reinig de luchtinlaat van buiten. Controleer of het koord auto-
matisch in de oorspronkelijke stand terugkeert.
ATTENTIE! In de startinrichting is een gespan-
nen veer aanwezig. Open de inrichting niet om
verwonding te voorkomen. Als de startinrichting
defect is, dient u zich voor de reparatie ervan tot
een erkend servicecentrum te wenden.
Moeren en schroeven
Controleer of moeren en schroeven goed aangetrokken zijn.
L4 Bougie
Reinig de bougie en controleer of de elektrode een afstand
van 0,5 mm heeft. Vervang in geval van slijtage. Gebruik hier-
voor de bijgeleverde speciale sleutel.
ATTENTIE! In geval van vervanging van de bou-
gie mag uitsluitend een bougie van het aanbe-
volen type worden gebruikt. Andere bougiety-
pes zouden namelijk de motor kunnen bescha-
digen.