6
Voordat u de machine in gebruik neemt moet u:
1. eerst controleren of alle transportbeveiligingen uit
de machine zijn verwijderd
2. controleren of de machine volgens de aanwijzingen
is aangesloten
3. de waterontharder instellen
4. 1 liter water in het zoutreservoir gieten en het dan
met zout vullen
5. het glansmiddelreservoir vullen
Waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een automatisch
werkende ontharder die kalkafzetting op het servies
en in de machine voorkomt. Hoe meer kalk het
leidingwater bevat, des te harder is het.
De waterhardheid wordt gemeten in verschillende
schalen (zie tabel).
Stel de waterontharder op de plaatselijke
waterhardheid in. Informatie daarover kunt u krijgen bij
het waterleidingbedrijf.
De machine is in de fabriek op stand 3 ingesteld. Als
de waterhardheid in uw woonplaats afwijkt, moet u de
ontharder verstellen.
U kunt door middel van de keuzeprogramma-toetsen
ook een stand kiezen die verschilt van de door de
fabrikant ingestelde stand.
Elke toets komt overeen met een stand (zie tabel)
Als de hardheid van het leidingwater in uw
woning overeenstemt met stand 1, dan
hoeft u geen zout te gebruiken omdat het
water al zacht is. In dat geval zal het
controlelampje op het bedieningspaneel dus
voortdurend branden.
Handel als volgt om een andere
hardheidsstand in te stellen:
1. Houd de programmatoetsen "Intensief 70°" en het
"BIO 50°" samen 5 seconden ingedrukt en
controlelampje geeft de huidige stand aan.
2. Druk binnen 5 seconden op de programmatoets
die overeenstemt met de gewenste nieuwe stand.
5 seconden nadat er voor het laatst een toets is
ingedrukt slaat de afwasmachine de nieuwe
hardheidsstand op in het geheugen en is dan klaar
voor de keuze van een afwasprogramma.
De hardheidsstand blijft bewaard in het geheugen, ook
wanneer de afwasmachine wordt uitgeschakeld.
Waterhardheid
0 - 4
5 - 11
12 - 22
23 - 39
40 - 50
1
2
3
4
5
NEE
JA
JA
JA
JA
in °dH
Stand zout
gebruiken