Algemeen
Dagelijkse reiniging
Hoewel overgekookt voedsel niet kan inbranden verdient het aanbeveling de
kookplaat direct na gebruik schoon te maken. Voor de dagelijkse reiniging kunt
u het beste een mild reinigingsmiddel en een vochtige doek gebruiken.
Nadrogen met keukenpapier of een droge doek.
Hardnekkige vlekken
Ook hardnekkige vlekken zijn met een mild reinigingsmiddel, bijvoorbeeld
afwasmiddel, te verwijderen. Verwijder waterkringen en kalkresten met
schoonmaakazijn. Metaalsporen (ontstaan door schuiven van pannen) zijn vaak
lastig te verwijderen. Hiervoor zijn speciale middelen verkrijgbaar in de handel.
Overgekookte voedselresten verwijderen met een glasschraper. Ook gesmolten
kunststof en suiker kunt u verwijderen met een glasschraper.
Nooit gebruiken
Schuurmiddelen mag u nooit gebruiken. Deze veroorzaken krasjes waarin zich
kalk en vuil ophopen. Gebruik ook nooit scherpe voorwerpen, zoals staalwol en
schuursponsjes.
Schakel, voordat u met schoonmaken begint, eerst het kinderslot in.
onderhoud
storingen
20 21
Tabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw inductiekookplaat betekent dit
niet automatisch dat er een defect is. Controleer in elk geval de volgende punten:
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij het in werking stellen verschijnt
er tekst in de displays.
Normale werking. NIETS: zie hoofdstuk “inbouwen” bij
het installatievoorschrift.
Bij het inschakelen van de kookplaat
slaat de zekering van uw installatie
door.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de elektrische aansluiting.
De ventilatie blijft nog enkele
minuten doorwerken nadat de
kookplaat is uitgeschakeld.
Afkoeling van de kookplaat. Dit is normaal.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt niets op het display.
Geen stroomtoevoer door defecte
voeding of foutieve aansluiting.
Controleer de zekering of de
elektrische veiligheidsschakelaar (bij
een toestel zonder stekker).
Nadat u een kookzone heeft
ingeschakeld verschijnt het
symbool in het display.
De gebruikte kookpan is niet geschikt
voor koken op inductie of heeft een
diameter die kleiner is dan 12 cm.
Zie hoofdstuk “Comfortabel koken”.
De kookpannen maken lawaai
tijdens het koken.
Dit wordt veroorzaakt door de
doorstroming van de energie van de
kookplaat naar de kookpan.
Bij een hoge kookstand is dit normaal
bij bepaalde types van kookpannen.
Dit is niet schadelijk voor de pannen
of de kookplaat.
De kookplaat geeft bij de eerste
kookbeurten een lichte geur af.
Normaal voor een nieuw apparaat. Dit verdwijnt na enkele keren koken.
Foutcode
Een knop wordt te lang bediend of er
is een kabelbreuk.
Knop loslaten. Neem contact op met
de serviceorganisatie wanneer storing
blijft.
Foutcode E4, E5, E6 of E9 Generator defect. Neem contact op met de
serviceorganisatie.
Foutcode E2 Kookplaat oververhit. De kookplaat is uitgeschakeld door
oververhitting. Laat de kookplaat
afkoelen en gebruik een lagere
kookstand.
Foutcode E3 De gebruikte kookpan is niet geschikt
voor koken op inductie.
Zie hoofdstuk “Pannen”.
Foutcode
Kinderslot is ingeschakeld. Zie hoofdstuk “Kinderslot”, pagina 13.