26
INSTALLATIEVOORSCHRIFT
Beluchting
De elektronica in het toestel heeft koeling
nodig. Aan de onderzijde van het toestel
bevinden zich de ventilatieopeningen. Door
deze openingen moet koele lucht aangezogen
kunnen worden. Aan de voorzijde en
onderzijde is het toestel voorzien van
uitblaasopeningen. Voor een optimale koeling
van het kooktoestel moet u enkele wijzigingen
aanbrengen in het keukenmeubel.
Boven lade, deur of vaste blende
Zaag de beluchtingsopeningen (min. 100 cm
2
)
uit. Beluchting vindt plaats via plint en
achterzijde kast.
Een lade mag de ventilatieopeningen
aan de onderzijde van het toestel niet
afsluiten.
Bij een lade moet er aan de voorzijde een
opening gemaakt worden van minimaal
560 x 3 mm.
De afstand tussen lade “A” en de kookplaat
moet minimaal 10 mm bedragen.
Bij een vaste blende hoeven geen extra
aanpassingen voor beluchting te geschieden.
Ventilatiebeveiliging
De elektronica moet gekoeld worden. De
koele lucht wordt achter het keukenkastje
aangezogen en aan de onderzijde en voorzijde
van de kookplaat weer uitgeblazen. Het
toestel kan daarom alleen functioneren als er
voldoende lucht kan circuleren.
Het toestel schakelt zich na korte tijd
uit wanneer er onvoldoende lucht
circuleert.
min.
min.