2928
installatievoorschrift
29
Speciale aansluitingen:
1 fase aansluiting (1 1N a.c. 230 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fase en de nul is 230 V a.c.
Breng verbindingsbruggen aan tussen de aansluitpunten 1-2 en 4-5. Uw groep
moet afgezekerd zijn met minimaal 32 A. De aansluitkabel moet een
aderdoorsnede hebben van minimaal 6 mm
2
.
2 fasen met 1 nul aansluiting (2 1N a.c. 400 V / 50 Hz):
De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V ac. Tussen de fasen staat een
spanning van 400 V. Wanneer er geen spanning van 400 V tussen de fasen
aanwezig is, is er sprake van twee draden die van dezelfde fase zijn af
getakt in de meterkast en moet de kookplaat worden aangesloten met
2 nuldraden, zoals hiervoor genoemd bij 2 fasen met 2 nullen.
Breng een verbindingsbrug aan tussen de aansluitpunten 4-5.
Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A (2x). De aansluitkabel
moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm
2
.
installatievoorschrift
28
Het toestel kan op de volgende manieren worden aangesloten:
Veel voorkomende aansluitingen:
2 fasen met 2 nullen aansluiting (2 2N a.c. 230 V / 50 Hz / kookgroep):
De spanning tussen de fase en de nul is 230 V a.c. Tussen de fasen kan een
spanning van 0 V staan wanneer deze in de meterkast aan zijn gesloten op
dezelfde fase maar ook 400 V wanneer deze zijn aangesloten op 2 verschillende
fasen. Uw groepen moeten afgezekerd zijn met minimaal 16 A (2x). De
aansluitkabel moet een aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm
2
.
3 fasen met 1 nul aansluiting (3 1N a.c. 400 V / 50 Hz / krachtgroep):
De spanning tussen de fasen en de nul is 230 V ac.
Tussen de fasen staat een spanning van 400 V. Breng een verbindingsbrug aan
tussen de aansluitpunten 4-5. Fase 3 wordt niet belast. Uw groepen moeten
afgezekerd zijn met minimaal 16 A (3x). De aansluitkabel moet een
aderdoorsnede hebben van minimaal 2,5 mm
2
.