18
19
STORINGEN
STORINGEN
Tabel
Wanneer u twijfelt over de goede werking van uw inductiekookplaat betekent dit niet
automatisch dat deze defect is. Controleer in elk geval de volgende punten:
Algemeen
Raadpleeg bij storingen het telefoonnummer
van de servicedienst. Zie hiervoor de
bijgeleverde garantiekaart of raadpleeg de
internet site www.hps.nl.
Indien u een barstje of scheurtje (hoe
klein ook) op de glasplaat vaststelt,
schakel dan de kookplaat onmiddellijk uit, haal
meteen de stekker van de kookplaat uit het
stopcontact, verbreek de (automatische)
zekering(en) in de meterkast of zet de
schakelaar in de toevoerleiding op de nul bij
een vaste aansluiting.
Neem vervolgens contact op met de
servicedienst.
Alleen een erkend elektrotechnisch
installateur mag dit toestel aansluiten!
De installatie moet geschieden volgens de
nationale en lokale geldende voorschriften.
Schade ontstaan door verkeerd aansluiten of
verkeerd inbouwen valt niet onder de
garantie.
U constateert het volgende: Mogelijke oorzaken: Oplossingen
Het display licht op. Normale werking. Niets, de weergave verdwijnt na 30
seconden.
Slechts één zijde werkt.
De zekering in de meterkast is
defect.
Continue piep.
Verkeerde aansluiting van de
kookplaat.
Controleer de elektrische
aansluiting. Zie elektrische
aansluiting (pag. 23).
Bij het eerste gebruik komt er een
vreemde geur van de kookplaat af.
Nieuw apparaat. Verwarm een pan vol water een half
uur lang op elke zone
De kookplaat werkt niet en de
displays op het bedieningspaneel
blijven uit.
Het apparaat krijgt geen stroom.
Defecte voeding of foute
aansluiting.
Controleer de zekeringen en de
elektrische hoofdschakelaar.
De kookplaat werkt niet en er
verschijnt een code F1, F2, F3 of F4.
De elektronische schakeling werkt
slecht.
Neem contact op met de
Servicedienst.
De kookplaat werkt niet, de
informatie of wordt
weergegeven.
De kookplaat is vergrendeld. Zie hoofdstuk gebruik
kinderbeveiliging.
De kookplaat schakelt uit tijdens het
gebruik, er verschijnen 4 liggende
streepjes.
Er is iets overgekookt of er ligt een
voorwerp op het bedieningspaneel.
Reinig de kookplaat of verwijder het
voorwerp en ga verder met koken.
Een serie kleine of F0 wordt
weergegeven.
De elektronische schakelingen zijn
warm geworden.
Zie hoofdstuk inbouw.
Foutcode F0 Pan is drooggekookt of te heet
geworden.
Laat toestel afkoelen of kook op
lagere stand verder.
Na het inschakelen van een
kookzone blijft het display van het
bedieningspaneel knipperen.
De pan die u gebruikt is niet
geschikt voor inductiekoken of heeft
een diameter van minder dan 12 cm
(10 cm op kookzone van 16 cm).
Zie hoofdstuk pannen voor
inductiekoken.
Foutcode F5 of F6 Toestel oververhit door
onvoldoende ventilatie.
Controleer inbouwsituatie of neem
contact op met Servicedienst.
De pannen maken lawaai tijdens het
koken.
Uw kookplaat maakt een tikkend
geluid tijdens het koken.
Normaal voor sommige soorten
pannen. Dit wordt veroorzaakt door
de energie die van de kookplaat
naar de pan gaat.
Niets. Er is geen gevaar, noch voor
uw kookplaat noch voor uw pan.
De ventilator blijft enkele minuten
doorwerken na uitschakeling van de
kookplaat.
Afkoeling van de elektronica.
Normale werking.
Niets.