ALGEMENE INFORMATIE
WAARSCHUWINGEN
Gebruik bevestigingsriemen die
voldoen aan een norm, bijv. DIN.
Zorg ervoor dat alle losse
voorwerpen goed zijn vastgezet.
Plaats bagage en ander voorwerpen
zo laag mogelijk en zo ver mogelijk
naar voren in de bagageruimte of de
laadruimte.
Rijd niet met geopende achterklep
of achterdeur. Uitlaatgassen kunnen
de auto worden binnengezogen.
Overschrijd niet de maximum voor-
en achterasbelasting voor uw auto.
Zie Voertuigidentificatie (bladzijde
176).
LET OP
Laat geen items in contact komen
met de achterruiten.
Gebruik geen schurende materialen
voor het reinigen van de binnenzijde
van de achterruiten.
Breng geen stickers of labels aan op
de binnenzijde van de achterruiten.
BEVESTIGINGSPUNTEN VOOR
LADING
N.B.: Het aantal ladingsteunen kan
afhankelijk van de uitvoering van de wagen
variëren.
111
Transport