ALGEMENE INFORMATIE
LET OP
Gebruik uitsluitend banden en velgen
met de goedgekeurde maat. Het
gebruik van andere maten kan
beschadiging van de auto tot gevolg
hebben en maakt de typegoedkeuring
ongeldig.
Wanneer u banden monteert met een
andere diameter dan de in de fabriek
gemonteerde banden, duidt de
snelheidsmeter de snelheid niet correct
meer aan. Breng uw auto naar uw dealer
en laat het motor managementsysteem
opnieuw programmeren.
Op de B-stijl bij het bestuurdersportier
bevindt zich een tabel met de
bandenspanning.
Controleer bij koude banden de
bandenspanning bij een temperatuur
waarin u gaat rijden.
Voor het ruimtebesparende reservewiel
moet de hoogste bandenspanning voor uw
auto/band-combinatie worden
aangehouden.
Gegevens omtrent banden, velgen en
bandenspanningen voor speciale
uitvoeringen staan alleen op de tabel met
bandenspanningen van de betreffende
auto.
EEN WIEL VERVANGEN
Wielslotmoeren
Na het overleggen van het certificaat met
het referentienummer kunt u bij uw dealer
een vervangings dopsleutel en vervangings
slotmoeren verkrijgen.
Reservewiel
Het reservewiel bevindt zich onder de
achterzijde van de auto.
Uitvoeringen met enkellucht
Wanneer uw auto is uitgerust met een
veiligheidsbout, verwijder deze dan door
hem linksom te draaien.
Steek het platte uiteinde van de
wielmoersleutel (Bus, Bestelwagen en
Kombi) of de korte zijde van de krikslinger
(Chassis Cabine, uitvoering met open
laadbak) in de opening. Draai hem linksom
tot het wiel op de grond rust en de kabel
niet meer gespannen is.
155
Velgen en banden