NL 19
NL 18
KOOKTABELLEN
Magnetronvermogens
In onderstaande tabel kunt u zien uit welke 5 magnetronvermogens u kunt kiezen en voor welke
gerechten de vermogens geschikt zijn.
Vermogen Wattage Aantal x drukken Gerecht
op toets
hoog (100%) 900 W 1x – water koken, opwarmen
– koken van kip, vis, groenten
midden-hoog (80%) 720 W 2x – opwarmen
– koken van paddestoelen, schaaldieren
– koken van gerechten die ei en kaas bevatten
midden (60%) 540 W 3x – eieren bereiden (pas op!)
– koken van rijst, soep
ontdooien (40%) 360 W 4x – ontdooien
– chocola en boter smelten
ontdooien 180 W 5x – ontdooien van gevoelige/kwetsbare
gevoelig (20%) – gerechten
– ontdooien van onregelmatig gevormde gerechten
– consumptieijs zacht maken
– uit laten rijzen van deeg
Opwarmen
Gerecht Hoeveelheid Vermogen Tijd (min.) Bijzonderheden
melk, 2 dl (1 kop) 900 W 1 1/2 - 2 1/2 Niet afdekken.
chocolademelk,
bouillon
soep 2 1/2 dl (1 kom) 900 W 2 - 3 Niet afdekken; 1x roeren.
rijst, nasi, bami 1 persoon 900 W 2 - 3 1x tot 2x roeren.
4 personen 900 W 10 - 12 1x tot 2x roeren.
groente 1 persoon 900 W 1 1/2 - 2 Groente een keer omscheppen.
500 g 900 W 7 - 8 Groente een keer omscheppen.
maaltijd 1 persoon 900 W 3 - 4 Tijd onder andere afhankelijk van de begintemperatuur
(bijvoorbeeld uit de koelkast of niet).
groot vlees (gaar) 500 g ontdooien 7 - 9 Niet afdekken en eventueel bestrijken met gesmolten
(360 W) boter of olie.
gebraden vlees 4 lapjes 900 W 5 - 7 Afdekken.
in jus
rookworst 250 g 720 W 1 1/2 - 2 Vacuüm zak met vork doorprikken.
halve kip 400 g 900 W 3 - 5 Kip tot halverwege de bereidingstijd afdekken,
daarna in schaal zonder deksel leggen.
gebakken vis 150 g 900 W 1 - 3 Niet afdekken.
KOOKTIPS
Basistechnieken
Plaatsen
■ Plaats dikkere stukken aan de buitenkant
op het draaiplateau.
Gerechten die aan de buitenkant op het
draaiplateau geplaats worden ontvangen
de meeste microgolven.
Roeren
■ Door gerechten regelmatig te roeren
verspreid u de opgeslagen warmte. Roer
altijd van buiten naar binnen, aangezien de
buitenkant van het gerecht altijd het
eerste warm wordt.
Omdraaien
■ Grote, dikke gerechten regelmatig
omdraaien. Ze garen dan regelmatiger en
sneller.
Aluminiumfolie
■ Aluminiumfolie blokkeert de
magnetrongolven. Door dunnere gedeelten
van gerechten (zoals kippenpoten) af te
dekken voorkomt u dat ze te snel garen.
Prikken
■ Gerechten met een vel of schaal, zoals
eierdooiers, schaaldieren en fruit barsten
open in de magnetron. Door er van te
voren enkele keren met een vork of
satéprikker in te prikken voorkomt u dat.
Controleren
■ Gerechten garen snel. Controleer ze
daarom regelmatig. Haal gerechten net
voordat ze gaar zijn uit de magnetron.
Nagaren
■ Laat gerechten, nadat u ze uit de
magnetron hebt gehaald, over het
algemeen 3 tot 10 minuten afgedekt staan.
De gerechten garen dan na.
Gerechten met een droge korst, zoals
cake, niet afdekken.