3. INSTALLATIE VAN DE DRAAGMAND IN DE AUTO :
OPGELET: DE DRAAGMAND MOET ALTIJD ACHTERAAN IN DE AUTO
VASTGEZET WORDEN.
Deze draagmand voor gebruik in de auto is geschikt voor baby’s van 0 - 10 kg (GROEP NUL) en
voldoet aan de Europese veiligheidsnormen ECE 44-03.
Het is aanbevolen deze draagmand in de auto te gebruiken vanaf de geboorte tot aan de leeftijd van
ongeveer 9 maanden. De UNIVERSAL-draagmand kan geplaatst worden in elk type auto, waarin zich
achterin heupgordels (2-punts) bevinden, die voldoen aan het UN/ECE-reglement nr.16 of aan andere
equivalente normen.
Contacteer, in geval van twijfel uw leverancier of raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw auto.
- veiligheidsdraagmand voor gebruik in de auto :
De veiligheidsdraagmand is uitgerust met een kap, een uitneembare en op 30° wasbare hoes, 4
polystyreen stootranden (2 zijdelingse en 1 aan elk uiteinde) en een anti-schok heupgordel. Verwijder
nooit de stootranden wanneer de baby in de draagmand ligt en de auto in beweging is. De anti-schok
heupgordel moet goed rond het lichaam van uw baby zitten, zonder te strak aangespannen te zijn. Let
erop dat de gordel niet gedraaid is. Voor het correct sluiten dienen de 2 uiteinden van de gordel over
elkaar te worden gelegd.
- het plaatsen van de draagmand in de auto :
De draagmand moet steeds in het midden van de achterbank van de auto staan, zodat het hoofdje
van de baby zich achter de bestuurszetel bevindt (e). Ze moet haaks op de lengteas van de auto
geplaatst worden.
Let wel : plaats de mand zodanig dat de opening van de metalen beugels (F) die zich onder de bodem
van de mand bevinden, steeds naar u toe gericht is. Begeleid de veiligheidsgordel door de beugels
en gesp de veiligheidsgordel vast. Vergewis u ervan dat de autogordel goed aangespannen is.
De vaste delen en de plastic onderdelen van de veiligheidsdraagmand moeten zo geplaatst en
geïnstalleerd worden dat ze – tijdens het dagelijks gebruik van de wagen – niet vast komen te zitten
onder een wegneembaar zitje of tussen de deur van de wagen.