39
COMFORT
-
VENTILATIE
1. Uitstroomopeningen
voorruitontwaseming.
2. Uitstroomopeningen
zijruitontwaseming.
3. Zijventilatieroosters.
4. Middelste ventilatieroosters.
5. Uitstroomopening voor
beenruimte voor.
6. Uitstroomopening voor
beenruimte achter (uitsluitend bij
uitvoeringen met automatische
airconditioning).
Gebruiksadviezen en
opmerkingen
Zet de knop van de luchtopbrengst
zodanig dat de interieurlucht goed
ververst wordt.
Als de knop van de luchtopbrengst
in de stand OFF wordt gezet, wordt
het thermische comfort niet meer ge-
regeld. Door de rijwind blijft er nog
wel een kleine luchtstroom gehand-
haafd.
Stel de luchtverdeling in naargelang
de behoefte en de klimatologische
omstandigheden.
Wijzig de instelling van de tempera-
tuur geleidelijkom een optimaal com-
fort te bereiken.
Zet de knop van de luchttoevoer in
de stand "Buitenlucht" voor een snel-
le ontwaseming.
Als de temperatuur in de auto zeer
hoog blijft nadat deze lang in de zon
heeft gestaan, kunt u het interieur
kort ventileren.
Let erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het interi-
eur de uitstroomopeningen onder de
voorruit, de verschillende ventilatie-
roosters en de ventilatieopeningen
voor de beenruimte vrij blijven.
Bij een zware belasting van de mo-
tor (trekken van een zware aanhan-
ger op een steile helling bij een hoge
buitentemperatuur) kan de aircondi-
tioning tijdelijk worden uitgeschakeld
voor een optimale trekkracht van de
motor.
Controleer regelmatig de staat van
motorkap ter hoogte van de voorruit
periodiek te worden vervangen. Laat
vervangen als de omstandigheden
dit vereisen.
Het airconditioningssysteem is chloor-
vrij en is niet schadelijk voor de ozon-
laag.
Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per
maand 5 tot 10 minuten aan om het
systeem in perfecte staat te houden.
Bij stilstand is het normaal dat er
onder de auto een plasje water ver-
schijnt, aangezien de airconditioning
het condenswater druppelsgewijs
afvoert via een daarvoor bestemde
afvoeropening.
Gebruik de airconditioning niet als
deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door controleren door het
PEUGEOT-netwerk.