75
RIJDEN
-
Automatische bediening
Automatisch schakelen in de vier
versnellingen:
F Selecteer de stand D in het
schakelpatroon.
De versnellingsbak kiest voortdurend
de meest geschikte versnelling afhan-
kelijk van de volgende parameters:
- de belading van de auto.
De versnellingsbak werkt dan auto-
matisch, zonder dat u zelf hoeft te
schakelen.
Om de veiligheid te verbeteren scha-
kelt de versnellingsbak niet naar een
hogere versnelling als u het gaspe-
daal plotseling loslaat.
Handmatige bediening
Handmatig schakelen in de vier ver-
snellingen:
F Selecteer de stand M in het
schakelpatroon,
F Duw de selectiehendel naar het
symbool + om op te schakelen,
F Trek de selectiehendel naar
het symbool - om terug te
schakelen.
Er kan elk moment van de stand D
(rijden in de automatische stand)
naar de stand M (rijden in de handbe-
diende stand) worden geschakeld.
LET OP
Zet de selectiehendel nooit in de
stand N als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de
stand P of R als de auto niet volledig
stilstaat.
Zet de selectiehendel nooit in een
andere stand om af te remmen op
een glad wegdek.
Opmerkingen
Voor een maximale acceleratie zon-
der de stand van de selectiehendel
te wijzigen, moet het gaspedaal vol-
ledig worden ingedrukt (kick down).
De versnellingsbak schakelt automa-
tisch terug of handhaaft de ingescha-
kelde versnelling totdat de motor het
maximum toerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de versnel-
lingsbak automatisch terug om ster-
ker op de motor af te remmen.
Programma's Sport en Sneeuw
Naast het auto-adaptieve program-
ma heeft u de beschikking over twee
De gekozen stand wordt in het instru-
mentenpaneel aangegeven.
Programma Sport
F Druk op de toets S als de motor
is gestart.
De versnellingsbak maakt automa-
tisch een dynamische rijstijl mogelijk.
Programma Sneeuw
Dit programma zorgt ervoor dat u ge-
makkelijker kunt rijden op een onder-
grond met weinig grip.
F Druk op de toets T als de motor
is gestart.
De versnellingsbak past zich aan
voor het rijden op gladde wegen.
Opmerking: U kunt op elk moment
terugkeren naar het auto-adaptatie-
ve programma.
F Druk nogmaals op de toets S of
T om het huidige programma uit
te schakelen.
Opmerkingen
Het schakelen naar een andere ver-
snelling kan alleen als de snelheid
van de auto en het toerental van de
motor dit toestaan, anders wordt er
tijdelijk overgegaan op de automati-
sche bediening.
Als de auto stopt of langzaam rijdt,
kiest de automatische transmissie
automatisch de stand M1.
De programma's S (sport) en T
(sneeuw) kunnen niet worden inge-
schakeld in de handbediende stand.