1
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
43
Configuratie boordcomputer
Selecteer deze functie om de afstand tot
de eindbestemming in te voeren (als het
navigatiesysteem niet actief is; als dit wel
actief is, zorgt het navigatiesysteem voor
deze informatie) en de eenheden te wijzi-
gen (°C of °F, km/l, mpg of l/100 km)
Diagnose
Met behulp van deze functie kan het
logboek met waarschuwingsmeldingen,
de laadtoestand van de noodbatterie of
het aantal door het GPS waargenomen
satellieten worden weergegeven.
Display CT of DT
Druk op de toets "MENU" voor toe-
gang tot het algemene menu.
Selecteer met de draaiknop het
menu "Boordcomputer" en druk op
de draaiknop om te bevestigen.
Selecteer in het menu "Boordcom-
puter" één van de volgende func-
ties:
Toestand van de functies
Deze functie geeft aan of de verschil-
lende functies van de auto zijn in- of uit-
geschakeld.